Herhalingsles 2 kader-mavo 7+8: soorten zorg + werk en gezondheid

Herhalingsles basisstof 7+8
Tekstboek blz. 34 t/m 49
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles basisstof 7+8
Tekstboek blz. 34 t/m 49

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Leerstof herhalen en tussendoor vragen beantwoorden

De leerdoelen staan in Magister bij de melding van de toets.

Slide 2 - Tekstslide

7. Zorg voor gezondheid

Slide 3 - Tekstslide

Zelfzorg
  • Jezelf dagelijks verzorgen om te voorkomen dat je ziek wordt
  • Letten op de signalen van je lichaam

Slide 4 - Tekstslide

Mantelzorg
  • Mensen uit je omgeving zorgen voor jou.
  • Jij zorgt voor mensen uit je omgeving
  • Je wordt er niet voor betaald

Slide 5 - Tekstslide

Professionele zorg


  • Mensen hebben ervoor geleerd
  • Mensen worden ervoor betaald

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekenen de letters GGD?
A
gemengde gemeenschapsdienst
B
gemeentelijke gezondheidsdienst
C
gevaar voor gezondheid en doorgroei
D
groeiende gezondheidsdoorvoering

Slide 7 - Quizvraag

GGD (gemeentelijke gezondheidsdienst)


  • vaccinatie
  • voorlichting
  • zorgen voor gezonde leefomgeving

Slide 8 - Tekstslide

zelfzorg
mantelzorg
professionele zorg

Slide 9 - Sleepvraag

zelfzorg
mantelzorg
professionele zorg

Slide 10 - Sleepvraag

Huisarts
  • Gesprek
  • Onderzoek
  • Diagnose
  • Behandelplan
  • Prognose

Slide 11 - Tekstslide

De huisarts mag niet aan anderen vertellen wat jij hem verteld hebt.
Hoe heet dat?

Slide 12 - Open vraag

Deze 4 horen bij de taken van de doktersassistent

Slide 13 - Sleepvraag

Bloedonderzoek
Urineonderzoek

Bloedonderzoek = bloed afnemen met een holle naald

Urineonderzoek = urine  onderzoeken met dipstick

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een dipstick?

A
Een buisje waarmee urine opgevangen kan worden.
B
Een buisje waarmee bloed kan worden onderzocht.
C
Een strip waarop chemische stoffen zijn aangebracht.
D
Een strip waarop verschillende kleuren zijn aangebracht.

Slide 15 - Quizvraag

Waar wordt het bloed onderzocht?
A
Bij de huisarts
B
Bij de prikpost
C
Bij de apotheek
D
In het laboratorium

Slide 16 - Quizvraag

Röntgen-
onderzoek

  • Werkt met röntgenstralen.
  • Zachte weefsels laten veel stralen door (donker op foto)
  • Botweefsel en metaal laten bijna geen stralen door (licht op foto)

Slide 17 - Tekstslide

Waarom gaat de persoon die de röntgenfoto maakt achter een scherm staan wanneer de foto gemaakt wordt?
A
anders staat die ook op de foto
B
om de patiënt niet af te leiden
C
elke dag röntgenstralen krijgen is erg schadelijk
D
om niet in de weg te staan voor de collega

Slide 18 - Quizvraag

Echografie
  • Werkt met geluid
  • Het geluid komt uit een transducer
  • Bot kaatst veel geluid terug = zwart op beeldscherm
  • Weefsel laat veel geluid door = licht op beeldscherm
  • Men gebruikt gel voor een scherp beeld (er zit dan geen laagje lucht tussen de transducer en het lichaamsdeel)

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor 'echografie'?

Slide 20 - Open vraag

Wat zit er in een transducer?
A
zender en ontvanger
B
röntgenbuis met röntgenstralen
C
microfoon en luidspreker
D
gel die je eruit kunt duwen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een echogram?
A
Een filmpje van de echografie
B
De persoon die de echografie doet
C
Nog een ander woord voor echografie
D
Afbeelding gemaakt tijdens de echografie

Slide 22 - Quizvraag

Geneesmiddelen
Met recept van de arts: kopen bij apotheek
Zonder recept van de arts: kopen bij: - apotheek
                                                                              - drogist
                                                                              - supermarkt
                                                                              - online
Lees altijd goed de bijsluiter

Slide 23 - Tekstslide

Geef een ander woord voor geneesmiddel.

Slide 24 - Open vraag

Wat staat er allemaal
op de bijsluiter?

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel betaal je voor je zorgverzekering wanneer je 16 jaar bent?
A
50 euro
B
100 euro
C
niets, want je zit in het pakket van je ouders.
D
niets, want de regering betaalt alles.

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet de minimale verzekering die iedereen moet hebben?
A
minimumpakket
B
basispakket
C
enkelvoudige verzekering
D
noodzakelijke verzekering

Slide 28 - Quizvraag

8. Werk en gezondheid

Slide 29 - Tekstslide

Arbeidstijdenwet
  • Ontstaan in 1919
  • Om kinderarbeid tegen te gaan
  • Hoeveel uur je op welke leeftijd mag werken
  • Soms moet er een volwassene bij jou zijn (veiligheid)
  • Pas vanaf 18 jaar mag je alle werk doen

Slide 30 - Tekstslide

Arbowet
  • Hierin staat hoe werkgevers voor een gezonde en veilige omgeving moeten zorgen.
  • De arbeidsinspectie controleert of de Arbowet wordt nageleefd.

Slide 31 - Tekstslide

Tillen
  • De wervelkolom heeft een dubbele S-vorm.
  • Door verkeerd te tillen kan je klachten krijgen aan rug, nek, schouders.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe heten de schijven van kraakbeen die de wervels uit elkaar houden?
A
wervelkolomschijven
B
tussenwervelschijven
C
ruggenmerg
D
tussenschijven

Slide 33 - Quizvraag

Wanneer een tussenwervelschijf verschuift komt een zenuw knel te zitten. Hoe noem je deze aandoening?

Slide 34 - Open vraag

RSI en RSI voorkomen
  • RSI is een verzamelnaam voor klachten aan nek - schouders - polsen - handen - benen.
  • Bekend voorbeeld is een muisarm.
  • RSI komt door vaak dezelfde beweging te maken
  • RSI voorkom je door: - een goede werkhouding
                                                   - spieren niet overbelasten

Slide 35 - Tekstslide

Wat is ergonomie?
A
pijn door te lang aan de computer te werken
B
de 3 stappen waardoor je RSI krijgt
C
voorwerpen aanpassen aan mensen
D
een ander woord voor een hernia

Slide 36 - Quizvraag