Je kunt de delen van het verteringsstelsel benoemen en hun werking beschrijven
Je kunt uitleggen wat de functie van vertering is
Je kunt de functie en werking van verteringsenzymen beschrijven
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 135 min
Onderdelen in deze les
7.4 Verteren
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt de delen van het verteringsstelsel benoemen en hun werking beschrijven
Je kunt uitleggen wat de functie van vertering is
Je kunt de functie en werking van verteringsenzymen beschrijven
Slide 1 - Tekstslide
7.4 Verteren
Hoe vervoert je verteringsstelsel voedsel?
Verteringstelsel > van mond tot kont!
Mondholte
Slokdarm
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Endeldarm
Anus
Slide 2 - Tekstslide
7.4 Verteren
Mondholte
Vertering > kleiner maken van voedingsstoffen - begint in de mond - door bijten en kauwen wordt voedsel kleiner - speeksel kan zich goed mengen met het voedsel
Snijtanden > afbijten van voedsel
Hoektanden > vasthouden van voedsel tijdens bijten
Kiezen > fijnmalen van voedsel
Slide 3 - Tekstslide
7.4 Verteren
Slide 4 - Tekstslide
7.4 Verteren
Peristaltische bewegingen
Spierbewegingen waardoor
de voedselbrij door het
verteringsstelsel wordt
geduwd
Slide 5 - Tekstslide
7.4 Verteren
Wat is vertering?
Voedingsmiddel > bevatten voedingsstoffen (mineralen, vitaminen en water klein genoeg, kunnen direct in het bloed opgenomen worden)
Grote voedingsstoffen moeten heel klein gemaakt worden
Kleine deeltjes kunnen opgenomen worden in het bloed
In het bloed opgenomen voedingsstoffen kunnen naar de cellen toe
Kleinmaken van voedingsstoffen heet vertering
Onverteerbare voedingsdelen zijn vezels > stimuleren de darmwerking
Slide 6 - Tekstslide
7.4 Verteren
Hoe werken enzymen?
(substraat = een voedingsstof)
Enzym bindt aan voedingsstof
Enzym knipt voedingsstof in tweeën
Enzym laat los en gaat naar de volgende
Enzym werkt het beste bij een optimumtemperatuur
Minimumtemperatuur en maximumtemperatuur (blz. 48 / vraag 12)
Slide 7 - Tekstslide
7.4 Verteren
Wat? Maken 7.4 – Opdracht 1 t/m 12
Hoe? Blz. 43 t/m 48
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 12 is af, niet af de rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 8 - Tekstslide
7.4 Verteren
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt beschrijven waar in je verteringsstelsel vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten plaatsvindt
Slide 9 - Tekstslide
7.4 Verteren
Hoe gaat vetering?
Mondholte -> speekselklieren > maken speeksel - verteert zetmeel (koolhydraat)
Twaalfvingerige darm -> 2 verteringssappen worden toegevoegd - Alvleesklier -> maakt alvleessap (verteert vetten, eiwitten en koolhydraten) - Lever -> maakt gal (opgeslagen in de galblaas) > hulpstof alvleessap
Dunne darm > maakt darmsap - verteert eiwitten en koolhydraten
Slide 10 - Tekstslide
7.4 Verteren
Slide 11 - Tekstslide
7.4 Verteren
Wat? Maken 7.4 – Opdracht 13 t/m 22
Hoe? Blz. 50 t/m 53
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 13 t/m 22 is af, niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 12 - Tekstslide
7.4 Verteren
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt uitleggen waar en hoe voedingsstoffen in het bloed komen
Je kunt beschrijven wat er met de voedselresten in de dikke darm gebeurt
Slide 13 - Tekstslide
7.4 Verteren
Waar komen voedingsstoffen in het bloed?
Voedingsstoffen naar het bloed? > dunne darm
Darmplooien zorgen voor groter oppervlak voor opname Elke darmplooi bestaat weer uit darmvlokken
Voedingsstoffen door wand dunne darm
Daarna door wand bloedvaatjes > haarvaten
Zo komen voedingsstoffen in het bloed terecht
Bloed vervoert voedingsstoffen naar alle organen (cellen)
Slide 14 - Tekstslide
7.4 Verteren
Wat gebeurt er in je dikke darm?
Onverteerbare stoffen (bijv. vezels) worden afgebroken
Hierbij komen stinkende gassen vrij (scheet)
Water wordt uit voedselbrij onttrokken
Dikke massa gaat naar endeldarm > opslag van ontlasting (poep)
Slide 15 - Tekstslide
7.4 Verteren
Wat? Maken 7.4 – Opdracht 23 t/m 32
Hoe? Blz. 54 t/m 57
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 23 t/m 32 is af, niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)