Beholder = toeschouwer Dislike = afkeer Certainly not = zeker niet Revealing = onthullend Adolescent critics = adolescente critici Eager = gretig Dissect every flaw = ontleed elke fout
Slide 4 - Tekstslide
TEXT 6 (par. 1)
Compete = concurreren Washboard stomach = blokjesbuik Pounds = pond Ensure = ervoor zorgen Stoutly built = stevig gebouwd Remark = opmerking Screaming for twins = schreeuwen om een tweeling
Slide 5 - Tekstslide
TEXT 6 (par. 2)
Society that worships = samenleving die aanbidt Obsessed with staying thin = geobsedeerd door slank blijven Growing evidence = toenemend bewijs Dramatically different ways = dramatisch verschillende manieren Published = gepubliceerd Voiced dissatisfaction = uitgesproken ontevredenheid
Slide 6 - Tekstslide
TEXT 6 (par. 3+4)
Significantly overweight = aanzienlijk overgewicht Responded = gereageerd Defined perfection = gedefinieerde perfectie Attainable terms = haalbare voorwaarden The right attitude = de juiste instelling/houding
Slide 7 - Tekstslide
TEXT 6 (par. 5)
Underlying the beauty gap = onderliggend aan de schoonheidskloof Cultural differences = culturele verschillen Make yourself over = maak jezelf klaar Barbie has long embodied = Barbie heft lang … belichaamd Kindergarten = kleuterschool Split the world = splits de wereld
Slide 8 - Tekstslide
TEXT 6 (par. 6)
Taken for granted - vanzelfsprekend Decades of preaching = tientallen Jaren van prediken Equating = gelijkstellen Health and fertility = gezondheid en vruchtbaarheid Necessarily comfortable = noodzakelijk comfortabel Envy = jaloezie, afgunst
Slide 9 - Tekstslide
TEXT 6 (par. 7)
Strongest signals = sterkste signalen Notice = merk op According to = volgens Funded by = gefinancierd door Confesses = bekennen/bekent Forcing herself = zichzelf dwingen
Slide 10 - Tekstslide
TEXT 6 (par. 8)
Relatively minor problems = relatief kleine problemen Sustained weight-and-exercise programs = aanhoudende gewichts en trainingsprogramma’s Agreed = akkoord Takes up two seats = neemt twee stoelen in beslag
Slide 11 - Tekstslide
TEXT 6 (par. 9)
Saner = gezonder Dieting = diëten Fancy commercial program = luxe commerciele programmas Lean meats = mager vlees Pricier = duurder Requires = vereist Sweat out your ‘do = je kapsel verpesten door zweten