Medicijnen: Van concept tot toepassing

Medicijnen les 1

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat medicijnen zijn, de vier fasen van farmacokinetiek begrijpen, de verschillende werkingen van medicijnen samenvatten, het verschil tussen groepsnaam, stofnaam en merknaam uitleggen, en de verschillende medicijngroepen benoemen.

Wat weet je al over medicijnen?

Wat is een medicijn?

Een medicijn is een stof die wordt gebruikt om ziekten te voorkomen, te behandelen of te genezen.

Farmacokinetiek

Farmacokinetiek omvat de absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie van een medicijn in het lichaam.

Werkingen van medicijnen

Medicijnen kunnen verschillende werkingen hebben, zoals pijnstillend, ontstekingsremmend, antibacterieel, enzovoort.

Groepsnaam, stofnaam, en merknaam

Een groepsnaam verwijst naar een categorie medicijnen, de stofnaam is de chemische naam van de werkzame stof, en de merknaam is de handelsnaam van het medicijn.

Medicijngroepen

Medicijngroepen omvatten bijvoorbeeld pijnstillers, antibiotica, antidepressiva, antihypertensiva, enzovoort.

Interactieve oefening: Classificatie

Geef de studenten een lijst met medicijnen en laat ze de groepsnaam, stofnaam en merknaam voor elk medicijn identificeren.

Casestudy: Farmacokinetiek

Geef de studenten een casestudy waarin ze de farmacokinetiek van een specifiek medicijn analyseren en presenteren aan de klas.

Quiz: Werkingen van medicijnen

Geef de studenten een korte quiz waarin ze de verschillende werkingen van medicijnen kunnen identificeren.

Groepsdiscussie: Medicijngroepen

Verdeel de klas in groepen en laat ze verschillende medicijngroepen bespreken en presenteren aan de rest van de klas.

Praktische toepassing

Beschrijf een situatie waarin verschillende medicijnen nodig zijn en laat de studenten de juiste medicijnen selecteren op basis van hun kennis.

Ethiek en medicijngebruik

Bespreek de ethische aspecten van medicijngebruik, zoals misbruik, verslaving en toegang tot medicijnen.

Kritisch denken: Medicijnadvertenties

Analyseer samen met de studenten enkele medicijnadvertenties en bespreek de manier waarop medicijnen worden gepresenteerd aan het publiek.

Reflectie en evaluatie

Laat de studenten reflecteren op wat ze hebben geleerd en evalueer hun begrip van de verschillende aspecten van medicijnen.

Afsluiting

Sluit de les af door de belangrijkste punten te herhalen en eventuele vragen van de studenten te beantwoorden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.