Hoofdstuk 5 paragraaf 5.2

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Actualiteit
  • Huiswerk
  • Lesdoelen 5.2
  • Instructie 5.2
  • Aan de slag met 5.2
  • Evaluatie lesdoelen
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
Kan de overheid dat regelen?

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 5.1
  • Je leert hoe de economie in ons land georganiseerd is.
  • Je weet welke invloed de overheid op de economie heeft.
  • Je leert welke instanties advies geven aan de overheid. 

Slide 5 - Tekstslide

Welk economisch systeem heeft Nederland?
A
planeconomie
B
vrijemarkteconomie
C
sociale markteconomie

Slide 6 - Quizvraag

Zoek op internet een foto op van een collectief goed en upload dat hier.

Slide 7 - Open vraag

Onderzoekt en doet voorspellingen
verzamelt en publiceert info over NL
adviseren over sociale zaken

Slide 8 - Sleepvraag

Lesdoelen 5.2
  • Je leert hoe de overheid aan geld komt. 
  • Je leert waar de overheid geld aan uitgeeft. 
  • Je leert welke inkomsten bronnen een gemeente heeft. 

Slide 9 - Tekstslide


Hoe komt de gemeente aan zijn geld?
Een groot deel van de inkomsten van een gemeente komen vanuit het rijk. Daarnaast ontvangt de gemeente geld via gemeentelijke belastingen en heffingen zoals, hondenbelasting, parkeerbelasting, toeristenbelasting, rioolheffing, afvalstoffenheffing en ozb.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Wat gebeurt er op de derde dinsdag van september?

Slide 12 - Tekstslide

Miljoenennota
De rijksbegroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die de overheid verwacht voor het komende jaar.

De miljoenennota is een toelichting op deze rijksbegroting.

Slide 13 - Tekstslide

Begrotingstekort of begrotingsoverschot?
Als de inkomsten van de overheid meer zijn dan de uitgaven dan ontstaat er een begrotingstekort. 

Als de inkomsten van de overheid minder zijn dan de uitgaven dan ontstaat er een begrotingstekort. 
De overheid kan een begrotingstekort oplossen door te bezuinigen of te zorgen voor extra inkomsten. 

Slide 14 - Tekstslide

Staatsschuld
Doordat de overheid wanneer er een begrotingstekort is geld leent ontstaat er een (staats)schuld. Als de overheid leningen aflost daalt de staatsschuld. 

Binnen Europa zijn er afspraken gemaakt om de begrotingstekorten en staatsschulden van landen te verminderen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Vragen tot nu toe?

Slide 17 - Tekstslide

Ga de komende 15 minuten rustig aan de slag met de eerste opgaven van 5.2
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Maken: 5.2 
(huiswerk voor de volgende les).  
  • Ben je klaar maar heb je nog moeite met hoofdstuk 4? Maak dan de oefenopgaven van blz. 126 t/m 129.
  • Ben je klaar maar heb je moeite met de berekeningen van hoofdstuk 4? Maak dan de rekenopgaven van blz. 130 en 131.
  • Ben je klaar en wil je iets meer uitdaging? Probeer dan de examenopgaven van blz. 132 en 133.
  • Heb je nog een ander goed idee ........?

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen 5.2
  • Je leert hoe de overheid aan geld komt. 
  • Je leert waar de overheid geld aan uitgeeft. 
  • Je leert welke inkomsten bronnen een gemeente heeft. 

Slide 21 - Tekstslide

Bij welke antwoord mogelijkheid staan alleen voorbeelden van gemeentelijke belastingen?
A
hondenbelasting, ozb, inkomstenbelasting
B
Hondenbelasting, inkomstenbelasting, toeristenbelasting
C
Hondenbelasting, toeristenbelasting, ozb
D
Toeristenbelasting, wegenbelasting, inkomstenbelasting

Slide 22 - Quizvraag

Als de accijns en btw verhoogd wordt, dan is dit een verhoging van
A
Indirecte belastingen
B
directe belastingen

Slide 23 - Quizvraag

In Nederland woonden in 2017
16 miljoen mensen. Bereken het begrotingstekort per inwoner.

Slide 24 - Open vraag

Succes met de herkansingen

Slide 25 - Tekstslide