Thema 8 spelling en grammatica deel 2

Nederlands LJ3
Welkom Allemaal

Heeft iedereen een pen?
Telefoon bak/kluis, Jas


Kunnen we starten?


Praat Nederlands met me... Even Nederlands met me..
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands LJ3
Welkom Allemaal

Heeft iedereen een pen?
Telefoon bak/kluis, Jas


Kunnen we starten?


Praat Nederlands met me... Even Nederlands met me..

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwachtingen
  • Telefoon/jas
  • Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen gedrag.
  • Doe actief mee
  • luister naar iedereen
  • wacht op je beurt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands
Thema 8 hoofdstuk 2
les 2
Spelling en grammatica

Slide 3 - Tekstslide

De les start met opdracht 1 in quizvorm in deze lessonup. We kijken even terug naar eerdere thema's 

Daarna uitleg over de PV en maken de leerlingen opdrachten die daarbij horen.

In thema 7 hebben we hier filmpjes voor gebruikt. Die zou je nog kunnen laten zien:

PV in de tegenwoordige tijd:
https://www.youtube.com/watch?v=IiBIYp2lnMQ&t=246s

PV in de verleden tijd:
https://www.youtube.com/watch?v=pLXL1C5E_h8
Doel
Aan het einde van deze les:

weet je wat de persoonsvorm is en kun je die in een zin vinden.

weet je wat het onderwerp is en kun je die in een zin vinden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DE PERSOONSVORM (PV)

In elke zin staan werkwoorden.

Een werkwoord (ww) zegt wat iets of iemand doet of overkomt.

Eén van de werkwoorden in de zin is de persoonsvorm (pv).


De persoonsvorm is dus altijd een werkwoord!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm (pv)

De persoonsvorm is een werkwoord die zich

aanpast aan het onderwerp.

Verandert het onderwerp, dan verandert de persoonsvorm mee.



Ik loop

Jij loopt

Wij lopen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Tijdproef

Zet de zin in een andere tijd.

Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Vraagproef

Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden.

Het werkwoord dat dan vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar heb jij die leuke tas gekocht?
A
Waar
B
heb
C
jij
D
gekocht

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Loop jij even met mij mee?
A
Loop
B
jij
C
even
D
mee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag moet je stellen om
het onderwerp te vinden?

Leerjaar 3 heeft een talentenjacht georganiseerd.
A
Wie heeft georganiseerd?
B
Wat heeft georganiseerd?

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp?

Leerjaar 3 heeft een talentenjacht georganiseerd.
Wie heeft georganiseerd?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag moet je stellen om
het onderwerp te vinden?

Achter elkaar treden tien leerlingen op.
A
Wie treden op?
B
Wat treden op?

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp?

Achter elkaar treden tien leerlingen op.
Wie treden op?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag moet je stellen om
het onderwerp te vinden?

Kim speelt een paar liedjes op de piano.
A
Wie speelt?
B
Wat speelt?

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp?

Kim speelt een paar liedjes op de piano.
Wie speelt?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag moet je stellen om
het onderwerp te vinden?

In de pauze kun je iets lekkers kopen.
A
Wie kan kopen?
B
Wat kan kopen?

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp?

In de pauze kun je iets lekkers kopen.
Wie kan kopen?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vraag moet je stellen?

De winnaars krijgen een bioscoopbon.
A
Wie krijgen?
B
Wat krijgen?

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp?

De winnaars krijgen een bioscoopbon.
Wie krijgen?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp in de zin?

In de tuin zijn hoveniers aan het werk.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp in de zin?

De dokter roept de patiënt.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp in de zin?

De monteur sleutelt aan de auto.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ga naar studiemeter
www.studiemeter.nl 
Log in met je naam en wachtwoord

1. klik op Nederlands 
2. klik op via start taal online
3. klik op via-vooraf op weg naar 1F
4. klik op thema 8 Grammatica&Spelling

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken Boek
blz 286

Maak het hoofdstuk af.
 
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
Samen met je klasgenoot en daarna de leerkracht

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
- Leg uit wat....



- Tips/tops voor jezelf en voor mij

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies