In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Terugblik-opdracht
Slide 1 - Woordweb
Zet je camera aan en je microfoon uit.
Pak je pen, schrift en rekenmachine.
Slide 2 - Tekstslide
Een sportvereniging organiseert een sponsorloop. Bij de opbrengst van Rahim hoort de formule opbrengst=5+0,5a. Hierin is a het aantal gelopen rondjes. Hoeveel startgeld krijgt Rahim?
Slide 3 - Open vraag
Een sportvereniging organiseert een sponsorloop. Bij de opbrengst van Rahim hoort de formule opbrengst=5+0,5a. Hierin is a het aantal gelopen rondjes. Hoeveel krijgt Rahim per rondje?
Slide 4 - Open vraag
Een sportvereniging organiseert een sponsorloop. Bij de opbrengst van Rahim hoort de formule opbrengst=5+0,5a. Hierin is a het aantal gelopen rondjes. Rahim loopt 30 rondjes. Hoeveel euro haalt hij op?
Slide 5 - Open vraag
Fatima gebruikt de formule
Ze wil 20 euro ophalen. Hoeveel rondjes moet ze daarvoor lopen?
a=0,5opbrenst−5
Slide 6 - Open vraag
Leerdoelen
T2: Je kan onderzoeken of twee formules bij hetzelfde verband horen.
Slide 7 - Tekstslide
Formule bij hetzelfde verband
Vul een getal in in de eerste formule.
Vul de uitkomst uit in de tweede formule.
Doe ditzelfde met een ander getal.
Kloppen de uitkomsten? > de formules beschrijven hetzelfde verband Kloppen de uitkomsten niet? > de formules beschrijven niet hetzelfde verband
Slide 8 - Tekstslide
Formule bij hetzelfde verband
opbrengst=5+0,5a
a=0,5opbrenst−5
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijven deze twee formules hetzelfde verband? opbrengst=5+0,5a a=2xopbrengst-10 Schrijf je aanpak op.
Slide 10 - Open vraag
Controle vragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.
Slide 11 - Quizvraag
Aan de slag
Slide 12 - Tekstslide
Nabespreking
Slide 13 - Tekstslide
Begrippen uit deze les
Beschrijven
Verband
Slide 14 - Tekstslide
Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 15 - Open vraag
Huiswerk
Hoofdstuk 4 paragraaf 3
opdracht 43 t/m 46
Slide 16 - Tekstslide
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen