SO wwspelling + woordenschat H4

les vandaag
in de les: SO wwspelling
thuis: boek lezen - 
aan het eind van de les vraag ik 3 leerlingen wat ze gelezen hebben.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

les vandaag
in de les: SO wwspelling
thuis: boek lezen - 
aan het eind van de les vraag ik 3 leerlingen wat ze gelezen hebben.

Slide 1 - Tekstslide

SO
wat is ook alweer stap 1?
wanneer gebruik je stam + t en wanneer 't kfschpx?

Slide 2 - Tekstslide

SO
wat is ook alweer stap 1? --> zoek de pv
wanneer gebruik je stam + t --> pv tt
en wanneer 't kfschpx? --> pv vt en vd

Slide 3 - Tekstslide

SO
Veel succes!

Slide 4 - Tekstslide

wat was de moeilijkste zin?

Slide 5 - Tekstslide

lesprogramma
woordenschat H3 nakijken
uitleg woordenschat H4
maken opdrachten

lesdoel
je kunt de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een tegenstelling

Slide 6 - Tekstslide

nakijken H3 - opdracht 4
bedrijf dat vee houdt voor de melkproductie – 1 melkveehouderij
de aanwezige mensen – 6 publiek
die met het boerenbedrijf te maken hebben – 7 agrarische
lijst van wat er gaat gebeuren – 8 programma
nuttige huisdieren – 2 vee
ongeveer – 4 circa
precies – 3 exact
zien – 5 getuige zijn van

Slide 7 - Tekstslide

nakijken H3 - opdracht 5
1 De verhalen van vluchtelingen illustreren hoe ernstig de situatie is.
2 In de vakantie kochten we een paar regionale producten, zoals Texelse schapenkaas en waddendrop.
3 Het programma tijdens het atletiekkamp staat op de website van de club.
4 In Barts familie is het een traditie om in het pinksterweekend te gaan kamperen met de hele familie.
5 We hadden exact twee minuten om over te stappen op de trein naar Emmen. 6 Op de beurs voor verzamelaars vond Niels allerlei objecten voor zijn verzameling over de jaren zeventig.

Slide 8 - Tekstslide

nakijken H3 - opdracht 6
1 De cadeautjes bij het sinterklaasfeest mogen circa vijf euro kosten, iets meer of iets minder mag ook.
2 Leo’s zus doet een landbouwstudie, want ze wil een agrarisch beroep uitoefenen.
3 Bij de feestelijke opening van de nieuwe sporthal was veel publiek aanwezig.
4 In de bibliotheek is nu een expositie van schilderijen door ene Vorenkamp.
5 De herkomst van het woord ‘fiets’ is mogelijk het Franse woord vite (snel).
6 Droge worst en nagelkaas zijn Friese delicatessen/lekkernijen.

Slide 9 - Tekstslide

woordenschat H4
een tegenstelling zoeken - blz 102

Slide 10 - Tekstslide

lesdoel:
je kunt de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een tegenstelling

Slide 11 - Tekstslide

lezen
wat hebben jullie gelezen?

Slide 12 - Tekstslide