Week 5 Nederlands 2 G

Nederlands 2 G week 5
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands 2 G week 5

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken in de les

Algemene afspraken m.b.t. corona!


  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. Dit geldt ook voor je agenda!
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons/tablets niet toegestaan in de les, tenzij de docent het aangeeft.
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 3 - Tekstslide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 4 - Tekstslide

Week 5  30 januari t/m 3 februari 2023
  • Schrijversbezoek - Wilma Geldof gaat niet door, vanwege ziekte.
  • We blijven lezen!!
  • Boeken periode 3: thema oorlog
  •  ukjtr=> code LessonUp
  • Vervolg leesvaardigheid 

Slide 5 - Tekstslide

Leesvaardigheid
toetsweek

Opdracht schrijfvaardigheid

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week:
  • leer je wat functiewoorden zijn en hoe ze je helpen om de structuur van een tekst te herkennen.
  • leer je de opbouw van een tekst herkennen met behulp van verbindingswoorden

Slide 7 - Tekstslide

Weektaak 5
  • Lees de theorie op bladzijde 74
  • Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 75
Klaar? 
Lees het artikel op bladzijde 76
Maak opdracht 8 en 9 op bladzijde 77

Slide 8 - Tekstslide

In de les
  • Maak opdracht 10 in tweetallen!

Slide 9 - Tekstslide

PTD rapportperiode 2 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
201
PW
Lezen + woordenschat en theorie lezen
45 min
3/toetsweek
Nee
202
SO
Grammatica taalkundig en redekundig
45 min
1
Nee
203
SO
Schrijfopdracht
45 min
2
Nee

Slide 10 - Tekstslide

Boekenlijst 2 G - periode 3
1. Haar naam was Sarah                                Tatiana de Rosnay
2. Het dagboek van Anne Frank                  Anne Frank
3. Stilte heeft een eigen stem                      Ruta Sepetijs
4. De gelukvinder                                                Vendel/Elman
5. 't Hooge Nest                                                    Roxane van Iperen
6. Het meisje met de vlechtjes                      Wilma Geldof








Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 11 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 12 - Tekstslide

Functiewoorden (p. 70

Slide 13 - Tekstslide

Functiewoorden (p. 70

Slide 14 - Tekstslide

Functiewoorden (p. 70

Slide 15 - Tekstslide

Functiewoorden (p. 70

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Verbindingswoorden (p. 74)

Slide 18 - Tekstslide

Verbindingswoorden (p. 74)

Slide 19 - Tekstslide

Verbindingswoorden (p. 74)

Slide 20 - Tekstslide

Verbindingswoorden (p. 74)

Slide 21 - Tekstslide

Verbindingswoorden (p. 74)

Slide 22 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

  • leer je wat functiewoorden zijn en hoe ze je helpen om de structuur van een tekst te herkennen.
  • leer je de opbouw van een tekst herkennen met behulp van verbindingswoorden

Slide 23 - Tekstslide

Nakijken weektaak 

Slide 24 - Tekstslide

Weektaak 4
  • Lees de theorie op bladzijde 72
  • Maak opdracht 6 t/m 8 op p. 73
Klaar?
Lees de theorie op bladzijde 74
Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 75

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 6 bladzijde 73
a inleiding: alinea 1, 2
  kern: alinea 3, 4, 5, 6
  slot: alinea 7
 b Het onderwerp van de tekst is: het kennen van meerdere talen biedt grote voordelen.
 c De voordelen van het leren van andere talen staan beschreven in alinea’s 3, 4, 5 en 6.
  De voordelen van het leren van een andere taal zijn:
 - Door het leren van een andere taal kun je effectiever communiceren met sprekers van de taal en het is respectvol naar de sprekers van die taal.
 - Door het leren van een andere taal zal je meer bereid zijn culturele verscheidenheid te waarderen en te koesteren, wat de tolerantie voor en het begrip van andere culturen verhoogt.
 - Meertaligheid beschermt tegen dementie en zorgt voor betere cognitieve prestaties (door flexibele en efficiënte hersenen).

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 6 bladzijde 73
 - Het leren van een tweede taal verandert de hersenen op zo’n manier dat meertaligen betere taalvaardigheden hebben dan niet-meertaligen.
 d alinea 3: effect
alinea 5: voordeel
  alinea 6: pluspunten
 e alinea 2: tegengeluiden
 f alinea 1: voordelen
  alinea 4: belang
  alinea 7: conclusie

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 7 bladzijde 73
 a Bijvoorbeeld: Frank Smith bedoelt te zeggen dat wanneer je één taal spreekt, je altijd beperkt bent tot het gebruik van die taal. Terwijl wanneer je meertalig bent, je meer opties hebt om je uit te drukken. Je hebt meer mogelijkheden om connecties te maken, gesprekken te voeren en landen te bezoeken. Er gaan dan spreekwoordelijk meer deuren open.
 b Bijvoorbeeld: Ja, want het zou goed zijn als iedereen in de wereld elkaar zou kunnen begrijpen.
  Of: Nee, want het zou zonde zijn als alle andere talen zouden verdwijnen.
  c Bijvoorbeeld: Je zult gemakkelijker leenwoorden herkennen en begrijpen.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 8 bladzijde 73
a inleiding: ‘Gisteren ontsnapte […] in dierentuinen.’
  kern: ‘Wat is […] te kijken.’
  slot: ‘Het is […] geregeld hebben.’
 b Bijvoorbeeld:
De zinnen ‘Gisteren ontsnapte […] in dierentuinen.’ en ‘We staan […] in dierentuinen.’ kun je uitwerken tot een alinea met het functiewoord ‘aanleiding’.
  De zin ‘Wat is veiligheid […] dieren wandelen?’ tot en met de zin ‘Ze moeten […] te kijken’ kun je uitwerken tot een alinea met de functiewoorden ‘definitie’ en ‘voorwaarde’.
  De zinnen ‘Het is […] te geven.’ en ‘Heus niet […] geregeld hebben.’ kun je uitwerken tot een alinea met de functiewoorden ‘conclusie’ en ‘nuancering’.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 8 bladzijde 73
c Bijvoorbeeld:
  Gisteren ontsnapte een gorilla uit zijn verblijf in Blijdorp. Dit was een schokkende ervaring voor de dierentuinmedewerkers en bezoekers. Naar aanleiding van deze gebeurtenis staan we stil bij de veiligheid in dierentuinen.
  Wat is nu precies de definitie van ‘veiligheid’ als het gaat om dierentuinen? Om de veiligheid in diertuinen te garanderen, moet er aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Het is in ieder geval belangrijk dat de stenen afzettingen hoog genoeg. Daarnaast moeten de apen in hun kooien blijven. Maar ook bezoekers moeten zich leren gedragen om hun eigen veiligheid te waarborgen. Zo moeten ze niet op de ruiten tikken en geen contact zoeken door de dieren in de ogen te kijken. Concluderend is het hoog tijd om die twee aspecten meer aandacht te geven, om zo de veiligheid in dierentuinen te garanderen. Overigens moet hier een nuancering bij geplaatst worden. Heus niet alle dierentuinen zullen deze zaken slecht geregeld hebben.


Slide 31 - Tekstslide