Ontdek je zintuigen en het zenuwstelsel!

Hoofdstuk 1
Zintuigen, hersenen en het zenuwstelsel!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1
Zintuigen, hersenen en het zenuwstelsel!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat het zenuwstelsel is, de verschillende onderdelen ervan benoemen en begrijpen hoe je je hersenen gezond kunt houden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het zenuwstelsel en je zintuigen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Perifeer zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit zenuwen die informatie tussen het centrale zenuwstelsel en de rest van het lichaam overbrengen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is een netwerk van zenuwen en cellen dat informatie door je hele lichaam stuurt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centrale zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de grote hersenen, de kleine hersenen, de hersenstam en het ruggenmerg.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geheugen en planning worden in de hersenstam geregeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Autonoom zenuwstelsel
Het autonome zenuwstelsel regelt automatische functies zoals hartslag, ademhaling en spijsvertering.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vijf zintuigen
De vijf zintuigen zijn zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Elk zintuig heeft een specifieke functie.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de grote hersenen?
A
zorgt ervoor dat bewegingen soepel gaan
B
regelt beweging en gevoelens, geheugen en planning.
C
communicatie tussen de hersenen en lichaam
D
verbinding tussen de grote en de kleine hersenen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De grote hersenen
De grote hersenen zijn verantwoordelijk voor denken, redeneren, emoties en vrijwillige bewegingen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat het perifere zenuwstelsel?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De kleine hersenen en de hersenstam
De kleine hersenen helpen bij de coördinatie en balans, terwijl de hersenstam vitale functies reguleert.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen gezond houden
Om je hersenen gezond te houden, moet je voldoende slaap krijgen, gezond eten, regelmatig bewegen en je geest uitdagen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uIt welke 2 onderdelen bestaat het centrale zenuwstelsel?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de kleine hersenen?
A
zorgt dat bewegingen soepel gaan
B
regelt beweging en gevoelens en planning.
C
communicatie tussen de hersenen en lichaam
D
verbinding tussen grote en de kleine hersenen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van hersenstam?
A
verbinding tussen de grote en de kleine hersenen
B
zorgt dat bewegingen soepel gaan
C
regelt beweging en gevoelens en planning
D
communicatie tussen de hersenen en lichaam

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het ruggenmerg?
A
communicatie tussen de hersenen en lichaam
B
zorgt dat bewegingen soepel gaan
C
communicatie tussen de hersenen en lichaam
D
regelt beweging en gevoelens en planning

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

lichaamstemperatuur en ademhaling worden in de hersenstam geregeld.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hersenen kunnen nooit meer dan 1 ding tegelijk regelen.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je slaapt, zijn je herenen nog steeds bezig.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.