QUIZ NATUURRAMPEN

QUIZ NATUURRAMPEN
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

QUIZ NATUURRAMPEN

Slide 1 - Tekstslide


Wat wordt aangegeven met pijl nummer 3?
A
aardkern
B
aardmantel
C
aardkorst

Slide 2 - Quizvraag


Welk materiaal zit in de laag bij pijl nummer 2?
A
lava
B
steen
C
magma
D
as

Slide 3 - Quizvraag

Een aardbeving is een trilling van de mantel.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen onderdeel in opbouw van de aarde?
A
kern
B
mantel
C
magma
D
korst

Slide 5 - Quizvraag

Welk begrip wordt uitgelegd?
'Dit is de plek recht boven de beving waar de trillingen het sterkst zijn'.

Slide 6 - Open vraag


Op welke plaat ligt Nederland?
A
Afrikaanse plaat
B
Filipijnse plaat
C
Euraziatische plaat
D
Amerikaanse plaat

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de oorzaak voor het verschuiven van aardplaten?
A
draaiing van de aarde
B
beweging van magma
C
beweging van lava

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je het deel van de orkaan bij de rode pijl?

Slide 9 - Open vraag

Wat is geen gevolg van een orkaan?
A
lavastromen
B
regen
C
wind
D
vloedgolven

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurt er wanneer een orkaan aan land komt?
A
de orkaan neemt in kracht toe
B
de orkaan verdwijnt direct
C
de orkaan zwakt af
D
de orkaan keert weer om richting zee

Slide 11 - Quizvraag

Een orkaan ontstaat boven land.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Een orkaan duurt...
A
...een paar dagen
B
...een paar minuten

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer een orkaan aan land komt is te voorspellen.
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Bij een natuurramp in arme landen...
A
... is weinig schade
B
... vallen weinig slachtoffers
C
... vallen veel slachtoffers

Slide 15 - Quizvraag

Welke temperatuur moet zeewater minstens hebben voor het ontstaan van een orkaan? (vul alleen een getal in!)

Slide 16 - Open vraag

Welk woord past er niet bij?
A
stijgende lucht
B
verdamping
C
draaiende wind
D
koude zee

Slide 17 - Quizvraag

In welke gebied komen veel orkanen voor?
A
Noordpool
B
evenaar
C
Zuidpool
D
Europa

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord past niet in het rijtje?
A
tsunami
B
verdamping
C
zeebeving
D
vloedgolf

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord past niet in het rijtje?
A
zeebeving
B
vloedgolf
C
ondiepe kust
D
storm

Slide 20 - Quizvraag

Tsunami: sleep de juiste omschrijvingen in de afbeelding
ondiepe kust: afnemende snelheid, hogere golf
onderzeese aardbeving (zeebeving)
golven, zeer hoge snelheid. Tot 800 km/uur

Slide 21 - Sleepvraag

magmakamer
as en stenen
krater
lava

Slide 22 - Sleepvraag

Een vulkaan heeft alleen maar negatieve gevolgen.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

Bij een vulkaanuitbarsting vallen meestal minder doden dan bij een aardbeving
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quizvraag

Noordoosten
Sleep de windrichtingen naar de juiste plaats bij de windroos.
Zuidoosten
Zuidwesten
Noordwesten

Slide 25 - Sleepvraag