wk.6 Grammatica Zinsdelen par.2,4,6 en 8

Welkom

• Leg klaar:
• Boek Nieuw Nederlands
  
•  LessonUp: Log in bij de les!

Planning

• week 6: Grammatica zinsdelen
• week 7: Grammatica woordsoorten
• week 8: voorjaarsvakantie
• week 9: Toets Grammatica 
•  Open-dag woe. 26 februari

Lesplanning

1. Instructie Grammatica Zinsdelen

2. Zelf aan het werk.

3. Titel van je leesboek!

Doelen

• Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden.
• Je kent twee proeven om de pv te vinden.
• Je kunt het onderwerp in een zin vinden.
• Je kunt het werkwoordelijk gezegde vinden.

Grammatica Zinsdelen

• In deze winter kunnen we misschien nog op natuurijs schaatsen.

Maak er een vraagzin van!

• Kunnen we in deze winter misschien nog op natuurijs schaatsen?
• PV = werkwoord = zinsdeel = staat in elke zin!
• PV = Kunnen

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Straks moeten we nog opdrachten maken.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Wanneer mogen we weer naar school?

Grammatica Zinsdelen

• In deze winter / kunnen / we misschien nog op natuurijs schaatsen.
• Werkwoordelijk gezegde = pv + overige werkwoorden
• WG ?
• WG = kunnen schaatsen 
• In deze winter / kunnen / we misschien nog op natuurijs         / schaatsen. /

Wat is het WG in deze zin?

Je moet altijd je opdrachten maken.

Wat is het WG in deze zin?

Tijdens de toets denk ik goed na.

Wat is het WG in deze zin?

Hij is steeds aan het dromen.

Grammatica Zinsdelen

• In deze winter / kunnen / we misschien nog op natuurijs / schaatsen. /
• PV = kunnen
• WG = kunnen schaatsen
• OW = Wie + pv + wg ?
• 
  
• OW = we
• In deze winter / kunnen / we / misschien / nog / op natuurijs / schaatsen./

Wat is het onderwerp in deze zin?
(Zoek eerst pv en wg!)
Dat verhaal heeft hij goed verteld.

Wat is het onderwerp in deze zin?
(pv en wg?)
De leerlingen letten goed op.

Grammatica Zinsdelen

Morgen geeft Olaf een feest.

PV?

PV =  geeft

WG?

WG = geeft

OW?

OW = Olaf

LV? (WAT + PV + WG + OW = LV)

Lijdend Voorwerp  = een feest

Huiswerk woensdag 12 februari

Ontleed eerst de zinnen op het stencil. Mag in tweetallen.

Bij minder dan 80% goed, kom je even langs!

BK: Cursus 5 Grammatica, par.2 en par.4 

KT: Cursus 5 Grammatica, par. 2,4 en 6

TH: Cursus 5 Grammatica, par. 2,4,6 en 8 

Grammatica Zinsdelen

Lijdend voorwerp = WAT + PV + WG + OW 

De jongen eet een appel.

LV = een appel 

Lijdend voorwerp

LV = wie/wat + WG + O?

           O               WG          LV 

De  jongen /  eet /  een  appel.

LET OP!

- Niet iedere zin heeft een lijdend voorwerp (LV). 

- Een lijdend voorwerp (LV) begint NOOIT met een voorzetsel.

tijdens de                                                           naast de

in de                                                                       voor de

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?

Zij maakt het huiswerk.

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?

Ik ga morgen een cadeau kopen.

Huiswerk woensdag 12 februari

BK: Cursus 5 Grammatica, par. 

KT: Cursus 5 Grammatica, par. 2,4 en 6

TH: Cursus 5 Grammatica, par. 2,4,6 en 8