Possessive 's - ' / 16 September

• Engels
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 1,2

Vandaag, 

1) huiswerk check (15 min.)

2) grammatica (bezittelijk 's)       15 min.

3) zelf studie (15 min.)

  spullen op tafel

  stil zitten binnen 1 minuut! Niet    bemoeien met een ander.

  Anders? 1 lesuur nablijven bij      je mentor.

 - boek op bld 23!

Alle boeken op bld 23 / opd. 2

Possessive: 's, ' and ... of ...

Bezit: aangeven van wie iets is

Even je kennis opfrissen...

1.Possessive (bezit):      's

 Wanneer gebruik je apostrof+s? 

• Bij namen van personen of dieren
• .... in het enkelvoud
• .... in het meervoud als woorden niet op een S eindigen
• Bij expressions of time

I like Jim's hair.

The cat's whiskers.

The children's toys.

Yesterday's news.

2.Possessive (bezit):    '

My parents' car. (parents = meervoud met s)

His siblings' hobby. (siblings = meervoud met s)

Wanneer gebruik je alleen een apostrof? 

• Bij personen/dieren in het meervoud die wel op een S eindigen

3. Possessive (bezit):    of

dingen van dingen

geografische namen

The roof of the house.

The capital of England.

Write your name at the top of the page. 

 The name of the school

The top floor of the building.

Wie weet het verschil?

My sisters' room.

My sister's room.

Stappen plan

1. Gaat de zin om het bezit van een land, plaats of ding?

     Ja: ... of .... 

2. Nee: Is degene die iets bezit een enkelvoud? 

     Ja: 's 

3. Nee: Is degene die iets bezit een meervoudsvorm die eindigd op een s? 

    Ja:  '

    Nee:  's

                                                                                        +

If something belongs to more than one person, and we give a list of names, the 's  comes after the last name in the list.

-Jack is Anne and Gary's son. 

We use 's' at the end of names and nouns, even if the word ends in 's'

-James's cello

-Dickens's last novel 

-My boss's office

! The pronunciation can be /zız/ or /sız/  !

  

Which is correct?

1. The window of the room
2. The room's window

Sarah is ______ mother. (Charles)

1. Charles's
2. Charle's
3. Charless
4. Charles

Isn't this ______ book?

1. Peter
2. Peter's
3. Peters'
4. Peters

They are painting the ____ room this week.

1. children's
2. childrens
3. childrens'
4. children

Did you read ______ newspaper?

1. yesterday
2. yesterdays
3. yesterdays'
4. yesterday's

David is ______ husband.

1. Anne's
2. Annes
3. Annes'
4. Anne

My ________ house is pretty far away.

1. grandparents's
2. grandparentss
3. grandparents'
4. grandparents

Kijk mee! Bld 45

Maak:

1) bld 25 / opd. 6a & 6b

2) bld 25 / opd. 7

Huiswerk: bld 26 / opd. 8

Done? 

- Leer de woorden op bld 44