BVVJ 1.6 Roken en blowen

Roken en blowen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Roken en blowen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
- Bespreken/nakijken opdrachten.
Lesinhoud
- Je kent de mogelijke gevolgen van verslaving aan   roken en blowen.
- H1.6 Maken test jezelf.



Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je van roken?

Slide 3 - Woordweb

Ik kan niet begrijpen waarom mensen roken
05

Slide 4 - Poll

Waarom roken mensen eigenlijk?

Slide 5 - Tekstslide

Van roken kun je...
A
geestelijk afhankelijk worden
B
zowel geestelijk als lichamelijk afhankelijk worden
C
lichamelijk afhankelijk worden

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de volgende stoffen in sigarettenrook is verslavend?
A
nicotine
B
koolmonoxide
C
teer
D
alle drie

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

  • Nicotine: versnelt de hartslag en werkt bloeddruk verhogend.
  • Teer: kan meer dan 4000 verschillende stoffen bevatten. Hiervan zijn er minstens 70 kankerverwekkend.
  • Koolmonoxide: neemt in je bloed de plaats van zuurstof in, waardoor je bloed minder zuurstof kan vervoeren. Je prestatievermogen gaat direct omlaag.

Slide 9 - Tekstslide

Waterpijp
- Koolstofmonoxide
- Hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid en vermoeidheid
- Flauwvallen

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet je van blowen?

Slide 11 - Woordweb

Blowen
- Roken van hasj of wiet
- Beide zijn vormen van cannabis
- De stof waar je high of stonded van wordt heet THC
- Bij het roken van een joint komt 5x meer teer vrij dan bij een sigaret

Slide 12 - Tekstslide

Wiet en hasj
Wiet komt van de groenbruine toppen van de plant en voor hasj wordt de hars van de bloemtoppen gebruikt. De hars bevat meer THC, een van de belangrijkste werkzame stoffen in hasj en wiet.

Slide 13 - Tekstslide

1.5 Drugs
cannabis:
- wiet of hasj
- werken verdovend: je wordt er relaxed van
- kan hallucinerend werken
- verslavend
- kan leefstijlziekten veroorzaken
- kan er minder vruchtbaar van worden

Slide 14 - Tekstslide

Korte termijn effecten


Lange termijn effecten

Versnelde hartslag, lagere bloeddruk, hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid,
angst, verminderde concentratie en geheugenproblemen
verslaving, slapeloosheid, somberheid en concentratieproblemen.

Verhoogde kans op een psychische stoornis (psychose)

Slide 15 - Tekstslide

Verslaafd: 
Je kunt niet stoppen met een genotmiddel
Lichamelijk verslaafd: 
Als je stopt met een genotmiddel krijg je lichamelijke klachten.
Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten.
Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.
 
Geestelijk verslaafd.
Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig.
Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.

Sociaal verslaafd.
Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.

Slide 16 - Tekstslide

Drugs kunnen opwekkend, verdovend of hallucinerend zijn...
  • opwekkend: je hebt het gevoel dat je meer energie hebt, je kunt langer doorgaan;
  • verdovend: je reactievermogen neemt af, je voelt ook minder pijn;
  • hallucinerend: je neemt dingen op een andere manier waar, je ziet, hoort en ruikt dingen die er niet echt zijn.

Slide 17 - Tekstslide

1.5 Drugs
drugs = stoffen waardoor je gevoelens en gedrag veranderen

Er zijn verschillende soorten drugs:
- verdovende middelen (ontspannen, slaperig): heroine, GHB en slaapmiddelen
- stimulerende middelen (wakker, actief): cocaine en XTC
- bewustzijnsveranderende middelen (hallucineren): cannabis en paddo's



Slide 18 - Tekstslide

1.5 Drugs
XTC:
- meestal pillen
- geeft energie: je lichaam wordt moe, maar je merkt het niet
- uitputting/bewusteloosheid
- kan verslavend zijn
- slecht voor je hersenen
- soms schadelijke stoffen in pillen (laat het testen!!)


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Tips om nee te zeggen
- Nee zeggen en een reden geven. Bijvoorbeeld: ''Nee, ik wil niet beginnen met roken omdat het je ziek kan maken.''

- Negeren of over een ander onderwerp beginnen. Geef aan dat je het vervelend vindt dat de ander aandringt.

- Weggaan. Blijft de persoon aandringen? Loop dan gewoon weg. 

Slide 22 - Tekstslide

Sigaretten zijn...
A
opwekkend
B
verdovend
C
hallucinerend

Slide 23 - Quizvraag

Blowen is...
A
opwekkend
B
verdovend
C
hallucinerend

Slide 24 - Quizvraag

Van blowen word je rustig, dus kun je beter opletten in de klas.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Stelling: Eens/oneens + Leg je antwoord uit.

'Experimenteren met drugs zoals wiet en lachgas hoort bij de puberteit'.

Slide 26 - Open vraag