Do 21 sept Bijvoeglijke bepaling

Bijvoeglijke bepaling


Wat weet je nu over de bijvoeglijke bepaling?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bijvoeglijke bepaling


Wat weet je nu over de bijvoeglijke bepaling?

Slide 1 - Tekstslide

De bijvoeglijke bepaling
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.


Slide 2 - Tekstslide

Na deze les weet je wat een bijvoeglijke bepaling is


Bijvoeglijke bepaling 



Slide 3 - Tekstslide

Een bijvoeglijke bepaling is een
A
zin
B
zinsdeel
C
deel van een zinsdeel

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
....... de post van mijn oma......
A
de post
B
post
C
van mijn oma
D
oma

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De barceque van de buren ......................
A
De barbecue
B
barbecue
C
van de buren
D
buren

Slide 6 - Quizvraag

Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Er staat altijd een bijvoeglijke bepaling in de zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is waar over de bijvoeglijke bepaling? Kies de goede antwoorden.

Een bijvoeglijke bepaling...
A
is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
B
zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
C
zegt iets over een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
D
is altijd een zinsdeel.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een bijvoeglijke bepaling?
A
Dat is een zinsdeel.
B
Het is geen zinsdeel, het is een woordsoort
C
Dat is een deel van een zinsdeel.
D
Een bijvoeglijke bepaling is hetzelfde als een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 10 - Quizvraag

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
De
dikgedrukte
woorden
noemen
we
bijvoeglijke  
bepalingen.

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep het znw en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
znw
bijvoeglijke 
bepaling
Met
de
nieuwe
vriend
van mijn zus
kan  
ik
goed
opschieten. 

Slide 12 - Sleepvraag

Sleep het znw en bijvoeglijke bepaling naar het juiste vak.
Zin:
znw

bijvoeglijke 
bepaling
Ze
heeft
een
rode,
mooie
jurk.

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
Ze
heeft
een
mooie,
rode
auto.

Slide 14 - Sleepvraag

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
Hij
kocht
een
hele nieuwe
telefoon.

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke 
bepaling
Met
de
nieuwe
vriend
van mijn zus
kan  
ik
goed
opschieten. 

Slide 16 - Sleepvraag

Huiswerk Ma 25 sept
Maken opdr 1 t/m 4
Leer de woordsoorten
Je herkent de hoofdzinnen en de bijzinnen en de voegwoorden

Slide 17 - Tekstslide