Klankgroepen korte en lange klank

Klankgroepen korte en lange klank
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klankgroepen korte en lange klank

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
- Ik ken de regels van de korte klank en kan deze goed schrijven
- Ik ken de regels van de lange klank en kan deze goed schrijven
- Ik ken de regels van de tweetekenklank en kan deze goed schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een klankgroep?
- Klankgroep is een stukje van een uitgesproken woord
- Verdelen in klanken helpt je met het correct spellen van woorden.
- Een woord kan één klankgroep hebben (dak/ bel) of meerdere klankgroepen (daken: lange klank/ bellen: korte klank)
- Klankgroepen zijn geen lettergrepen!

Slide 3 - Tekstslide

Klinkers en medeklinkers
- 2 soorten letters: klinkers en medeklinkers
- Klinkers bepalen de klank
- Goed kunnen hakken in klankgroepen
- Begrijpen wat een klankgroep is belangrijk onderdeel voor goed kunnen spellen

Slide 4 - Tekstslide

De klinkers zijn rood, de medeklinkers zijn paars.

(au & oei zijn de klinkers)

Slide 5 - Tekstslide

KORTE EN LANGE KLINKERS

EN TWEEKLANKEN


Onze taal kent korte en lange klinkers/ klanken en tweeklanken.

Korte klinkers zijn: a e i o u

Lange klinkers zijn: aa ee oo uu, géén ii


Tweeklanken bestaan uit twee verschillende klinkers:

ij ei ie ui ou au oe eu


Slide 6 - Tekstslide

LANGE EN KORTE KLANKEN

"Wij gaan buiten spelen" 

Klankgroepenwoord. Klankgroep spee. Lange klank (klinkt lang), dus ik neem een stukje van de ee

"Wij doen twee spellen"

Klankgroepenwoord. Klankgroep spe. Korte klank (klinkt kort),

dus dan schrijf ik de l dubbel 

 

Slide 7 - Tekstslide

REGEL LANGE KLANK

aa ee uu oo

De apen eten dure noten


Lange klanken hebben pech,

we halen gewoon een letter weg.

Slide 8 - Tekstslide

REGEL KORTE KLANK

o i e a u

Domme kippen rennen het smalle bruggetje op.


Bij korte klanken zoals: a e i o u

zet ik twee medeklinkers, lekker puh!

Slide 9 - Tekstslide

REGEL TWEEKLANKEN

Hoor je aan het eind van een klankgroep een tweeklank, schrijf het woord zoals je het hoort.

luister - keuken - ruiken - kijken -

reiken - houten - pauken - zieken - koeken

Bij tweetekenklanken luister ik goed,

dan weet ik hoe ik het schrijven moet.

Slide 10 - Tekstslide

De a in 'hamer' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 11 - Quizvraag

De u in 'muggen' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 12 - Quizvraag

De o in 'spotten' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 13 - Quizvraag

De e in 'wezen' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 14 - Quizvraag

De a in 'bijna' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 15 - Quizvraag

De a in 'wangen' klinkt als
A
een lange klinker
B
een korte klinker

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
Denk aan de regel van de tweeklank

A
scheidden
B
scheiden

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
Denk aan de regel van de tweeklank

A
spruiten
B
spruitten

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
Denk aan de regel van de tweeklank

A
leukke
B
leuke

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf een woord op met een O die lang klinkt als een OO

Slide 20 - Open vraag

Schrijf een woord op met een E die lang klinkt als een EE

Slide 21 - Open vraag

Schrijf een woord op met een U die lang klinkt als een UU

Slide 22 - Open vraag

Stoken
A
Korte klank
B
Lange klank

Slide 23 - Quizvraag

Plakken
A
Korte klank
B
Lange klank

Slide 24 - Quizvraag

Regen
A
Korte klank
B
Lange klank

Slide 25 - Quizvraag

Speren
(1 speer, 2 speren)
A
Korte klank
B
Lange klank

Slide 26 - Quizvraag

Gluren
(Ik gluur, wij gluren)
A
Korte klank
B
Lange klank

Slide 27 - Quizvraag

Vergeten
A
Korte klank
B
Lange klank

Slide 28 - Quizvraag

Bestellen
A
Korte klank
B
Lange klank

Slide 29 - Quizvraag

Betalen
A
Korte klank
B
Lange klank

Slide 30 - Quizvraag

Dictee

Slide 31 - Open vraag

Dictee

Slide 32 - Open vraag

Dictee

Slide 33 - Open vraag

Dictee

Slide 34 - Open vraag

Dictee

Slide 35 - Open vraag

Dictee

Slide 36 - Open vraag

Dictee

Slide 37 - Open vraag

Dictee

Slide 38 - Open vraag

Geleerd
- Ik ken de regels van de korte klank en kan deze goed schrijven
Voetballen
Klankgroepenwoord. Klankgroep ba. Korte klank (klinkt kort),
dus dan schrijf ik de l dubbel 



Slide 39 - Tekstslide

Geleerd
- Ik ken de regels van de lange klank en kan deze goed schrijven
Buren
Klankgroepenwoord. Klankgroep buu. Lange klank (klinkt lang), dus ik neem een stukje van de uu


Slide 40 - Tekstslide

Geleerd
- Ik ken de regels van de tweetekenklank en kan deze goed schrijven
Schrijven
Klankgroepenwoord. Klankgroep schrij. Tweetekenklank,

dus dan schrijf ik het zoals ik het hoor. 

Slide 41 - Tekstslide