sportdranken deel 2

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
LO theorieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat is geen doel van een sportdrank?
A
vochtbalans herstellen
B
prestatie bevorderen
C
energie leveren

Slide 21 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een dorstlesser?
A
Sportdrank
B
40- 80 gr KH
C
isotoon
D
Geconcentreerd

Slide 22 - Quizvraag

Wat is ADH
A
een voedingssuplement
B
een soort sportdrank
C
een hormoon
D
een soort koolhydraat

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel prestatie verlies is er bij 2% vochtverlies?
A
5
B
20
C
10
D
25

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen essentieel ingrediënt van een sportdrank?
A
natrium
B
vitaminen
C
water
D
kalium

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel ml/kg lichaamsgewicht neem je best op voor een inspanning van water ? ..-..

Slide 26 - Open vraag

wat is geen belangrijke factor bij het bepalen van de nodige hoeveelheid van hydratatie
A
omgeving
B
intensiteit
C
zweetproductie
D
kledij

Slide 27 - Quizvraag

hoeveel Sucrose mag je sportdrank maximum bevatten? in g/l
A
40
B
70
C
100
D
80

Slide 28 - Quizvraag

wat is een glycemische index?

Slide 29 - Open vraag

moet je enkel KH opnemen in de 30 min na de inspanning?
A
ja
B
Neen

Slide 30 - Quizvraag

wat is geen belangrijke functie van natrium?
A
stimuleert dorstgevoel
B
zorgt ervoor dat lichaam vocht beter bijhoud
C
urineproductie wordt niet verder gestimuleerd
D
smaak van de sportdrank verbeteren

Slide 31 - Quizvraag

in welke voedingsstof vindt je het minste kalium terug
A
brocoli
B
spruiten
C
kiwi
D
framboos

Slide 32 - Quizvraag

zijn vitaminen noodzakelijk in een sportdrank?
A
neen
B
ja

Slide 33 - Quizvraag

op basis van wat kan je geen sportdrank maken?
A
zout
B
fruitsap
C
suiker
D
vruchtensiroop

Slide 34 - Quizvraag

welke van onderstaande is geen hypertone drank
A
AA high energie
B
nalu
C
isostar
D
dextro energie

Slide 35 - Quizvraag

we hebben hypertone en isotone dranken gezien, wat is denk je een hypotone drank

Slide 36 - Open vraag

wat ga je onthouden
van deze les?

Slide 37 - Woordweb

Slide 38 - Tekstslide