Les 4 - Planten B2 & B3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Planten

Les 3

Basisstof 3

Wat gaan we doen?

Samenvatten van de vorige les

Nieuwe theorie B3: Glucose als grondstof

Zelf aan de slag

Afsluiten/terugkijken/samenvatten

Leerdoel(en)

Je kunt in afbeeldingen vaatbundels, houtvaten en bastvaten benoemen en je kunt de functie van deze delen beschrijven

Je kunt beschrijven hoe planten stevigheid verkrijgen

Je kunt beschrijven hoe opname en transport van water en mineralen bij planten plaatsvinden

 Sleep de woorden naar de juiste plaats.

Wortelharen

Zijwortel

Hoofdwortel

Welke stoffen neemt de plant waar op en hoe?

Huidmondjes

Wortelharen

Koolstofdioxide

Water

Mineralen

Voor fotosynthese neemt de plant                                    op uit de lucht. Het komt de plant binnen via de                                                  . Met de                          neemt de plant                               op uit de bodem. Het gaat via de                                    van de wortels naar de bladeren. De vertakkingen van de vaatbundels heten                             

koolstofdioxide

huidmondjes

wortels

vaatbundels

nerven

water

Sleep de onderdelen naar de juiste plek. 

Bastvaten

Houtvaten

houtvaten (hoog)

bastvaten (beneden)

Doorsnede blad

Wat is de stroomrichting van de houtvaten?

1. Omhoog
2. Omlaag

Wat vervoeren de houtvaten?

1. water en mineralen
2. water en glucose
3. water en zuurstof
4. water

Samenvatten van de vorige les

Vaatbundels bestaan uit  ______________________________________________________________________

Houtvaten vervoeren _____________________ en ______________________van wortels naar ____________

Bastvaten vervoeren __________________en __________________________van bladeren naar _________________________

Planten verkrijgen hun stevigheid door _________________________________________en door __________________________________________________________________________

Maakwerk KB

In het werkboek

Basisstof 2 , bladzijde 25/26

Opdracht 1 t/m 3

In je map 

bladzijde 27

Opdracht  5 en 6a+b

Maakwerk BB

In je werkboek

Basisstof 1, bladzijde 25

Opdracht 1 en 2

In je map

Opdrachten bladzijde 2 en 3 

De samenvattings- pagina

Elke les gebruik je een nieuw blad.

Vandaag

onderwerp: Glucose als grondstof (7 dia's)

Datum: 16-09-2024

Maak korte notities... schrijf niet letterlijk alles over!

Leerdoel(en)

Je kunt omschrijven wanneer fotosynthese en/of verbranding plaats vindt 

Je kunt het  fotosynthese en het proces verbranding omschrijven omschrijven

Je kunt aangeven welke stoffen een plant kan maken uit de grondstof glucose en wat de functies dan zijn van deze stoffen

Leerdoel: Je kunt het proces fotosynthese opschrijven en uitleggen

Om glucose te maken zijn drie stoffen nodig!

1. Zonlicht (energie)

2. Koolstofdioxide (gas in de lucht)

3. Water (uit de bodem)

Er ontstaan in de bladgroenkorrels dan twee stoffen.

1. Glucose (energierijk- voedsel voor de plant)

2. Zuurstof (gas terug in de lucht)

Dia 1 van 7

Glucose als brandstof (blz.29)

Nieuwe vraag? 

Welke stoffen zijn energierijk en welke energiearm?

Dia 2 van 7

energierijk en energiearm

Organische stoffen hebben energie

afkomstig van organismen (dieren en planten)

v.b. eiwitten en koolhydraten

energiearme stoffen hebben geen energie

Afkomstig van levenloze natuur

v.b. water en zuurstof

Organische stoffen hebben energie

afkomstig van organismen (dieren en planten)

v.b. eiwitten en koolhydraten

Energiearme stoffen hebben geen energie

Afkomstig van levenloze natuur

v.b. water en zuurstof

Dia 3 van 7

Fotosynthese. 

Planten nemen energiearme stoffen op

- koolstofdioxide

- water + mineralen

Planten produceren energierijke + energiearme stoffen

- glucose (energierijk)

- zuurstof (energiearm)

Ze bevatten ook

- mineralen (energiearm)

Dia 4 van 7

Nu gaan we naar het laatste leerdoel en gaan we kijken hoe een plant in zijn geheel werkt en hoe deze er voor zorgt dat er fotosynthese kan plaatsvinden. 

Een plant heeft een aantal dingen nodig voor fotosynthese. Dit zijn water, zonlicht en koolstofdioxide. 

Het water krijgt de plant via de wortels. Dit water wordt omhoog gebracht via de vaatbundels die uitlopen in de nerven in het blad. Als het water in het blad aankomt zorgen de huidmondjes dat het niet te snel verdampt. 

Sleepvraag: energierijk of energiearm?

Energierijke stoffen 

Energiearme stoffen 

glucose

water 

zuurstof 

koolstofdioxide

mineralen 

eiwitten

vetten

Planten gebruiken zelf ook glucose (verbranding)

Energie uit glucose

- alleen 's nachts (overdag minimaal)

- glucose wordt dan m.b.v. zuurstof verbrand

- er ontstaat dan energie, koolstofdioxide (energiearm) en water (energiearm)

Dia 5 van 7

Verbrandingsreactie

Fotosynthese en verbranding

De vorming van energierijke stoffen

Glucose is ook directe voeding/energie voor de plant maar wordt ook wel tijdelijk opgeslagen voor later, vb. als zetmeel.

Glucose wordt dan OMGEZET naar zetmeel

Dia 6 van 7

Assimilatie

Omzetten of opbouwen van stoffen uit andere stoffen (stofwisseling)

V.b glucose wordt zetmeel. Het zetmeel wordt dan opgeslagen in andere delen van de plant, bijvoorbeeld wortels

Glucose, suiker, zetmeel en cellulose zijn allemaal verschillende koolhydraten

Dia 7 van 7

Maakwerk KB

Basisstof 2 (blz. 32 & 33)

opdracht 1 t/m 5 (eerste 4 punten)

Opdracht 6, blz. 34 

in je map maken

Maakwerk BB

Basisstof 2 (blz.32)

opdracht 1 t/m 3

+ bladzijde 4 in je map!

Leerdoel(en)

Je kunt omschrijven wanneer fotosynthese en/of verbranding plaats vindt 

Je kunt het  fotosynthese en het proces verbranding omschrijven omschrijven

Je kunt aangeven welke stoffen een plant kan maken uit de grondstof glucose en wat de functies dan zijn van deze stoffen

Samenvatting van de les

1. Planten doen aan ______________________ en maken glucose + ____________

koolstofdioxide + water + zon (energie) --> glucose + ___________

2. Planten gebruiken een deel van de glucose voor _________________

glucose + zuurstof --> energie + koolstofdioxide + water

3. Planten zetten een deel van de glucose om in andere stoffen

Glucose wordt door __________________ omgezet in o.a. vetten, eiwitten en koolhydraten