TH9 BS3 Glucose als grondstof theorie en oefenen

Thema 9 Planten
BS3 Glucose als grondstof
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 9 Planten
BS3 Glucose als grondstof

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie is zeker een functie van de stengel?
A
Water opnemen uit de grond
B
Vervoer van water en voedingsmiddelen
C
Het opvangen van zonlicht
D
Het aantrekken van insecten

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Water gaat de plant in en uit. Welke weg gaat water door de plant ?
A
wortels bladeren stengel huidmondjes
B
huidmondjes bladeren stengel wortels
C
wortels stengels bladeren huidmondjes
D
huidmondjes bladeren wortels stengels

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke richting verloopt het transport in bastvaten?

A
Van de bladeren naar de wortels.
B
Van de bladeren naar alle delen van de plant.
C
Van de wortels naar de bladeren
D
Van de wortels naar alle delen van de plant.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vervoeren de houtvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



  • Energierijke en energiearme stoffen
  • Fotosynthese en verbranding
  • De vorming van energierijke stoffen
  • De functie van assimilatieproducten




assimilatie, bouwstof, brandstof, eiwit, koolhydraat, reservestof, vet, zetmeel




9.3.1 Je kunt beschrijven onder welke omstandigheden fotosynthese en verbranding plaatsvinden.

9.3.2 Je kunt aangeven welke stoffen een plant kan maken uit de grondstof glucose en wat de functies zijn van deze stoffen.





    Leerdoelen
    Waar gaat deze basisstof over?

    Begrippen

    Slide 6 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Energierijke stoffen
    (organische stoffen)
    Energierijke stoffen zijn de stoffen waaruit een organisme is opgebouwd of door organismen worden gevormd.

    De plant maakt glucose door fotosynthese.
    Glucose is een energierijke stof. 

    Andere voorbeelden van energierijke stoffen zijn koolhydraten, eiwitten en vetten. 

    In energierijke stoffen zit energie.

    Slide 7 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Energiearme stoffen
    (anorganische stoffen)
    Energiearme stoffen komen zowel voor in organismen als in de levenloze natuur. 

    bijv. water, zuurstof, koolstofdioxide
    maar ook mineralen, zouten, ijzer. 
                                        
    In energiearme stoffen zit geen energie!

    Slide 8 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Energie uiteindelijk afkomstig van planten
    Een groot deel van ons voedsel bestaat uit energierijke stoffen afkomstig van planten. Deze stoffen leveren ons energie. 

    Daarnaast leveren planten ons energiearme stoffen, zoals water en ijzer (een mineraal). Ijzer hebben we bijvoorbeeld nodig om rode bloedcellen te maken.

    Slide 9 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Fotosynthese 
    Energiearme stoffen
    - Koolstofdioxide
    - Water
    - Zuurstof
    Energierijke stoffen
    - Glucose

    Slide 10 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Fotosynthese
    Met fotosynthese maken bladeren glucose. Uit glucose maken planten andere energierijke stoffen waaruit ze bestaan:


    • Suiker kan (opgelost in water) via bastvaten naar alle delen van de plant worden vervoerd.
    • Zetmeel (opslag, in bladeren, stengels en wortels). B.v. wortels van een winterpeen of in de stengels van aspergeplanten.
    • Cellulose (opbouw celwanden)

    • EiwittenGlucose kan samen met nitraat (mineraal) worden omgezet in eiwitten. Eiwitten kunnen worden opgeslagen, bijvoorbeeld in de zaden van een boonplant.
    • Vetten, opslag in zaden. Voorbeelden daarvan zijn zonnebloempitten en pinda’s.

    Slide 11 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    ASSIMILATIE: de vorming van de energierijke stoffen
    Assimilatie heeft te maken met opbouw, samenstellen:
    Organische moleculen worden opgebouwd uit kleinere moleculen.






    Bekijk het plaatje goed!




    Ook de vorming van glucose bij de fotosynthese is assimilatie.

    Slide 12 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Assimilatieproducten


    Assimilatieproducten = energierijke stoffen. 

    Alle organismen gebruiken deze stoffen als brandstof, bouwstof en reservestof.

    • Brandstoffen worden verbruikt bij de verbranding. B.v. glucose. De glucose die niet als brandstof nodig is, wordt gebruikt voor de assimilatie van andere stoffen.
    • Bouwstoffen worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (voor opbouw en herstel). Eiwitten zijn bijvoorbeeld nodig voor de vorming van DNA en cytoplasma en cellulose is nodig voor de vorming van celwanden.
    • Reservestoffen, vooral zetmeel, worden opgeslagen voor later. Elke cel bevat een kleine hoeveelheid reservestoffen. Grote hoeveelheden reservestoffen worden opgeslagen in de cellen van verdikte delen en van zaden. Bollen en knollen zijn voorbeelden van verdikte delen.

    Slide 13 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Suiker wordt gebruikt als brandstof.
    Wat is de doel van verbranding?
    A
    energie vrijmaken
    B
    opbouw en herstel
    C
    energierijke stoffen opslaan
    D
    suikers maken

    Slide 14 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    DE KOMENDE LESSTOF HEB JE AL deels TIJDENS BS 1 BEHANDELD
    Neem deze goed door!

    Slide 15 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Fotosynthese (= vorm van assimilatie)

    Slide 16 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Verbranding is precies andersom!

    Slide 17 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Fotosynthese en verbranding

    Slide 18 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Bekijk het plaatje goed en onthoud!
    verbranding en fotosynthese 

    Slide 19 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    WEET JE NOG?
    Voeding
    Zuurstof
    ATP (bruikbare energie
    CO2
    water
    O2
    koolstofdioxide
    suiker

    Slide 20 - Sleepvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Kennisvragen
    Kennisvragen

    Slide 21 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Vindt 's nachts verbranding plaats?
    A
    ja
    B
    nee

    Slide 22 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Voor de opbouw van welke voedingsstoffen gebruikt een plant nitraten?
    A
    eiwitten
    B
    koolhydraten
    C
    vetten
    D
    vitamines

    Slide 23 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Welke zijn de energierijke stoffen?
    A
    eiwitten, mineralen, vetten
    B
    alle stoffen
    C
    eiwitten, koolhydraten en vetten
    D
    vitaminen en eiwitten

    Slide 24 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Assimilatie is...
    A
    Opbouw
    B
    Afbraak

    Slide 25 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat is assimilatie?
    A
    omzetten van glucose in koolstofdioxide
    B
    omzetten van glucose in water
    C
    omzetten van glucose in een andere organische stof
    D
    omzetten van glucose in warmte

    Slide 26 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Sienna doet een experiment met gist, een eencellige schimmel. Gistcellen in een suikeroplossing produceren onder andere koolstofdioxide. Sienna’s onderzoeksvraag is: Wat is de invloed van de hoeveelheid suiker in een suikeroplossing op de productie van koolstofdioxide door gist? De tekening laat de proefopstelling zien.

    Hoe heet het proces waarbij energierijke organische stoffen worden omgezet in anorganische stoffen?
    A
    assimilatie
    B
    celstrekking
    C
    fotosynthese
    D
    verbranding

    Slide 27 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    (cont.) Sienna’s onderzoeksvraag is: Wat is de invloed van de hoeveelheid suiker in een suikeroplossing op de productie van koolstofdioxide door gist? De tekening laat de proefopstelling zien.

    Welke conclusie kan Sienna trekken op basis van haar resultaten?

    Slide 28 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    ko
    Thema Planten (herhaling)
    mocht je willen zien :-) 

    Slide 29 - Tekstslide

    Vul voor jezelf aan
    Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
    Active centrum: waar substraat bind met enzym
    reactieproduct: wat uit de reactie komt

    Slide 30 - Video

    Deze slide heeft geen instructies