Quiz MAW A5 verandering deel 5

Quiz 
Verandering deel 5
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Quiz 
Verandering deel 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van institutionalisering is
A
de bushalte
B
het huwelijk
C
het park
D
de school

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming betekent
A
institutionalisering van een land
B
eenwording van verschillende gebieden
C
het overgaan van monarchie naar republiek
D
institutionalisering van politieke macht tot een staat

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Losse gebieden met lokale heersers worden samengevoegd met een machtig staatshoofd is een
A
economische ontwikkeling
B
culturele ontwikkeling
C
politieke ontwikkeling

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Andere landen mogen zich niet mengen in interne zaken van een staat (non-interventiebeginsel) is een
A
economische ontwikkeling
B
culturele ontwikkeling
C
politieke ontwikkeling

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kolonialisme werd in de 19e eeuw vermoedelijk vooral gerechtvaardigd door te wijzen op het belang van gegarandeerde goedkope grondstoffenlevering is een
A
economische ontwikkeling
B
culturele ontwikkeling
C
politieke ontwikkeling

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er ontstond tijdens de Gouden Eeuw een grote en zeer rijke klasse van kooplieden is een
A
economische ontwikkeling
B
culturele ontwikkeling
C
politieke ontwikkeling

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De nieuwe voorspoed leidde ook tot meer aandacht voor en sponsoring van beeldende kunsten, literatuur en wetenschappen is een
A
economische ontwikkeling
B
culturele ontwikkeling
C
politieke ontwikkeling

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geweldsmonopolie betekent
A
alleen de politie mag geweld gebruiken
B
alleen het leger mag geweld gebruiken
C
alleen de staat/overheid mag geweld gebruiken
D
alleen de ME mag geweld gebruiken

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belastingmonopolie betekent
A
alleen rijke mensen betalen belasting
B
alleen de staat/overheid mag burgers belasting laten betalen
C
alleen mensen die werken betalen belasting
D
alle voorgaande antwoorden zijn juist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Europese Unie bepaalt regels voor de Nederlandse boeren, dit tast de ..... van Nederland aan
A
externe soevereiniteit
B
interne soevereiniteit
C
geen van beide
D
allebei

Slide 11 - Quizvraag

Interne soevereiniteit = de staat voldoet aan de drie kenmerken van de staat (zie hierboven)
Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.
De Trump-aanhangers zorgen er met geweld voor dat de Senaat in het Capitool niet kan vergaderen en beslissen, dit tast de..... van de VS aan
A
externe soevereiniteit
B
interne soevereiniteit
C
geen van beide
D
allebei

Slide 12 - Quizvraag

Interne soevereiniteit = de staat voldoet aan de drie kenmerken van de staat (zie hierboven)
Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.
Mark Rutte wint in 2021 met de VVD opnieuw de verkiezingen, dit tast de .... van Nederland aan
A
externe soevereiniteit
B
interne soevereiniteit
C
geen van beide
D
allebei

Slide 13 - Quizvraag

Interne soevereiniteit = de staat voldoet aan de drie kenmerken van de staat (zie hierboven)
Externe soevereiniteit = betekent dat het staatsgezag niet ondergeschikt is aan het gezag van andere staten.