2GR P3 08022019_Gramm zinsdelen: Ev en samgest. zinnen

Gym 2
Welkom
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gym 2
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Boek "Obsessie" lezen

Slide 2 - Tekstslide

Programma vandaag (40')

  • Instructie enkelvoudige en samengestelde zinnen  

  • Zelfst. werken










Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je wat enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn, en weet je wat hoofd- en bijzinnen zijn 

Slide 4 - Tekstslide

Maak hier 1 zin van:
  1. Ik ben dertien jaar.  Ik woon in een woonwagen. De woonwagen staat op een circusterrein. 
  2. ?
  3. Ik ben dertien jaar en ik woon in een woonwagen, die op een circusterrein staat.



Slide 5 - Tekstslide

1. Vul aan!

  • Een enkelvoudige zin is een zin met.....pv en ....ow
  • ....één persoonsvorm en één onderwerp.

  • Een samengestelde zin heeft twee of meer 
  • persoonsvormen
  • Een samengestelde zin kan twee hoofdzinnen bevatten of één ..... en  één .....
  • één hoofdzin en één bijzin.


Slide 6 - Tekstslide

Vul aan! 

  • Samengestelde zinnen kunnen bestaan uit: 
  • twee (of meer) hoofdzinnen of 
  • uit een hoofdzin en één of meerdere bijzinnen. 

Slide 7 - Tekstslide

2. Hoofdzinnen 
In een hoofdzin 
  • Staan de persoonsvorm en het onderwerp naast elkaar. 
  • Staat de pv voor in de zin: eerste of tweede plaats
  • Een hoofdzin kan zelfstandig bestaan. 

Slide 8 - Tekstslide

3. Bijzinnen 
In een bijzin 
  • kunnen tussen het onderwerp en de pv andere zinsdelen staan
  • staat de pv vaak achteraan
  • Een bijzin heeft een hoofdzin 'nodig': je voelt dat de zin niet af is. 

Slide 9 - Tekstslide

4. Nevenschikking en onderschikking
  • Als een samengestelde zin bestaat uit twee hoofdzinnen heb je nevenschikking. De zinnen zijn dan gelijkwaardig. 
  • Als een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin heb je onderschikking. De bijzin is ondergeschikt aan de hoofdzin.

Slide 10 - Tekstslide

Mijn moeder heeft me straf gegeven, omdat
ik een uur te laat thuis was.
A
Dit is een enkelvoudige zin.
B
Dit is een samengestelde zin

Slide 11 - Quizvraag

Vul aan: "Sinds het sneeuwt, ....."

Slide 12 - Open vraag

1a [Mijn moeder heeft me straf gegeven], omdat
1b [ik een uur te laat thuis was.]
A
Zin 1a en 1b zijn beide hoofdzinnen.
B
Zin 1a en 1b zijn beide bijzinnen.
C
Zin 1a is een hoofdzin; zin 1b een bijzin.
D
Zin 1a is een bijzin; zin 1b een hoofdzin.

Slide 13 - Quizvraag

2a [Mijn moeder heeft me straf gegeven,] want
2b [ik was een uur te laat thuis.]
A
Zin 2a en 2b zijn beide hoofdzinnen.
B
Zin 2a en 2b zijn beide bijzinnen.
C
Zin 2a is een hoofdzin; zin 2b een bijzin.
D
Zin 2a is een bijzin; zin 2b een hoofdzin.

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf een zin op met "Terwijl"

Slide 15 - Open vraag

Schrijf een zin op met "want"

Slide 16 - Open vraag

Schrijf een samengestelde zin 
op met:
  • 'terwijl'


  • 'want'
  • Welk verschil zie je?

Slide 17 - Tekstslide

Voegwoorden
  1. Nevenschikkende voegwoorden: en, dus, maar, of, want 
  2. Onderschikkende voegwoorden: aangezien, omdat, terwijl, toen, zodra,...

Slide 18 - Tekstslide

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Opdr. 1 en 2 pag. 119 nakijken
  • Opdr. 3 maken
  • Theorie pag. 118 weer goed lezen

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk woe 13-2
interview inleveren! 
  • Geprint
  • regelafstand 1,5
  • Arial 12
  • minimaal 10 vragen
  • min. anderhalve A4

Slide 21 - Tekstslide

Waarom hebben we dit geleerd?

Slide 22 - Tekstslide