hoofdzinnen en bijzinnen

samengestelde zinnen, hoofdzinnen, bijzinnen, onderschikkend en nevenschikkend
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ArabischMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

samengestelde zinnen, hoofdzinnen, bijzinnen, onderschikkend en nevenschikkend

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een samengestelde zin?
Een zin die bestaat uit twee persoonsvormen en het heeft meestal ook een voegwoord. een voorbeeld is:
Ik ben Bert en Nederlands is cool. 
Deze zin heeft twee keer een pv: ben en is
Het voegwoord is en.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn hoofdzinnen en bijzinnen?
Een bijzin bestaat niet zonder hoofdzin dus je hebt sowieso een samengestelde zin nodig.
in een hoofdzin kan er niks tussen de persoonsvorm en het onderwerp staan.
in een bijzin staat het werkwoord vaak achteraan in de zin.

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb geoefend voor gym.
A
hoofdzin
B
bijzin
C
handzin
D
erbijzin

Slide 4 - Quizvraag

1.)Ik heb aan jou gevraagd wat het antwoord is, 2.) want ik snap het niet.
A
1. hoofdzin 2. bijzin
B
allebei hoofdzinnen
C
1. bijzin 2 . hoofdzin
D
allebei bijzinnen

Slide 5 - Quizvraag

hoofdzinnen
bijzinnen
jantje heeft gisteren de film van het boek gekeken
want hij vond het een super leuk boek
omdat hij deel 1 heeft gekeken 
koopt hij ook deel 2

Slide 6 - Sleepvraag

Maak nu een samengestelde zin met een hoofdzin en bijzin.

Slide 7 - Open vraag

Wat is een nevenschikking?
Bij een nevenschikking heb je te maken met twee of meer hoofdzinnen. Deze hoofdzinnen worden vaak verbonden door een voegwoord zoals en, of, maar en want. Een zin met een nevenschikking kan in deelzinnen worden gesplitst. De jongen liep de trap op. De jongen ging zijn kamer in. 

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een onderschikking?
 Als je een samengestelde zin hebt met een hoofdzin en een bijzin (soms zelfs meerdere bijzinnen). dan wordt er een voegwoord gebruikt zoals: dat, of, waar, omdat, doordat en als.  De woordvolgorde van de bijzin is meestal anders dan de woordvolgorde van de hoofdzin. je kan een onderschikking niet makkelijk uit elkaar halen.

Slide 9 - Tekstslide

Ik moest naar school lopen want mijn fiets is kapot.
A
onderschikking
B
nevenschikking

Slide 10 - Quizvraag

Ik vind spaghetti lekker en ik vind pasta ook heel lekker
A
onderschikkend
B
nevenschikkend

Slide 11 - Quizvraag

Ik ga buiten voetballen als ik klaar ben met leren voor mijn wiskunde proefwerk.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 12 - Quizvraag

Maak nu zelf een nevenschikking

Slide 13 - Open vraag

Maak nu zelf een onderschikking

Slide 14 - Open vraag

Ik begrijp samengestelde zinnen, hoofdzinnen, bijzinnen, nevenschikking en onderschikking.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll