toelatingstoets bijeenkomst 4

Thema van vandaag
Bestaansmiddelen
Arm & rijk
Grenzen & identiteit
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema van vandaag
Bestaansmiddelen
Arm & rijk
Grenzen & identiteit

Slide 1 - Tekstslide

Waarom staat bij Marseille een raffinaderij van Exxon Mobil
A
Hier wordt veel aardolie gewonnen.
B
Hier kan de grondstof gemakkelijk worden aangevoerd.
C
Hier zijn veel goedkope arbeidskrachten.

Slide 2 - Quizvraag

Op de kaart zie je het percentage van de bodem in het land dat gebruikt wordt voor de landbouw. Hoe verklaar je het lage cijfer voor Kongo?
A
Hooggebergte
B
Savanne
C
Tropisch bos
D
Woestijn

Slide 3 - Quizvraag

In welk van de volgende landen zal het percentage volwassenen dat in de informele sector werkt het hoogst zijn?
A
In Argentinië
B
In Roemenië
C
in Canada
D
in Indonesië

Slide 4 - Quizvraag

In welk land zullen veel lucifers van bomen worden gemaakt?
A
Zweden
B
Nederland
C
Spanje
D
Egypte

Slide 5 - Quizvraag

In Australië laten boeren grote kuddes met dieren vrij rondlopen in de wijde omgeving. Waar kom je een dergelijke vorm van veeteelt ook tegen?

A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quizvraag

In Australië laten boeren grote kuddes met dieren vrij rondlopen in de wijde omgeving. Wat is hiervoor de beste verklaring?
A
Er is genoeg ruimte voor de dieren
B
Er is niet genoeg voedsel voor de dieren
C
De boeren hebben niet genoeg geld voor een grote stal
D
Het gaat om dieren die in het wild leven

Slide 7 - Quizvraag

In de grafiek zie je de Top 10 EU-landen met de meeste export van goederen. Hoe verklaar je de relatief hoge positie van Nederland op de ranglijst?
A
De lonen in Nederland zijn relatief laag, waardoor er in het buitenland veel vraag is naar de goedkope Nederlandse producten
B
Nederland heeft belangrijke hightechindustrieën die veel goederen verkopen aan andere landen op de wereld.
C
Veel goederen die Nederland invoert, worden direct weer uitgevoerd naar een ander land in Europa.

Slide 8 - Quizvraag

Voor de kust van Zuid-Holland is de Maasvlakte aangelegd. Wat was de belangrijkste aanleiding voor de aanleg van dit gebied?
A
De behoefte aan een geschikte locatie voor windmolenparken
B
het tekort aan havens; met name havens voor grote schepen
C
het tekort aan natuur- en recreatiegebieden in de Randstad
D
het tekort aan opslagruimte voor het slib dat verzameld werd bij het uitbaggeren van de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal

Slide 9 - Quizvraag

Niet alleen voor Panama zelf is het economisch belang van het Panamakanaal groot; ook andere gebieden profiteren van het kanaal. Waardoor vooral?
A
Het kanaal vormt de toegangspoort voor toeristen naar Midden- en Zuid-Amerika
B
Het kanaal vormt de verbinding tussen de Stille Oceaan en het oosten van de VS.
C
Via het kanaal worden de delfstoffen naar landen in Midden Amerika geëxporteerd.

Slide 10 - Quizvraag

Welk product wordt hier verbouwd?

A
Wortels
B
Pinda's
C
Aardappelen
D
Rijst

Slide 11 - Quizvraag

Drie steden in Italië vormen tezamen het belangrijkste economische gebied van het land.
A
Genua - Turijn - Milaan
B
Palermo - Messina - Catania
C
Rome - Pescara - Napels

Slide 12 - Quizvraag

Tussen de Main en de Donau ligt sinds 1992 het Main-Donau-kanaal. Voor welke belangrijke Europese havenstad werd, door de aanleg van het kanaal, het afzetgebied sterk vergroot?
A
Londen
B
Marseille
C
Rotterdam
D
Sint-Petersburg

Slide 13 - Quizvraag

Jannie heeft deze kaart van het aantal internetgebruikers per 100 inwoners gemaakt. Eén land heeft zij verkeerd ingekleurd. Welke van de volgende landen zal dat zijn?
A
China
B
Indonesië
C
Japan
D
Nieuw-Zeeland

Slide 14 - Quizvraag

Achttien landen zijn in twee groepen verdeeld. Daarbij is gekeken naar de alfabetiseringsgraad. Welke gegevens passen het best boven de groepen?
A
groep 1 = landen met 28% - 87% analfabeten; groep 2 = landen met 11% - 29% analfabeten
B
groep 1 = landen met 11% - 29% analfabeten; groep 2 = landen met 28 %- 87% analfabeten
C
groep 1 = landen met 0% - 1 % analfabeten; groep 2 = landen met 13% - 72% analfabeten
D
groep 1 = landen met 13% - 72% analfabeten; groep 2 = landen met 0% - 1% analfabeten

Slide 15 - Quizvraag

Deze ontwikkeling heeft invloed op de ruilvoet. Voor sommige landen zal de ruilvoet verbeteren, voor andere landen verslechteren. Voor welke van de volgende groepen van landen zal de ruilvoet het meest verslechteren?
Voor landen die...
A
veel grondstoffen exporteren en veel industrieproducten importeren
B
veel grondstoffen exporteren en weinig industrieproducten importeren
C
weinig grondstoffen exporteren en weinig industrieproducten importeren
D
weinig grondstoffen exporteren en veel industrieproducten importeren

Slide 16 - Quizvraag

Vergelijk de economische situatie van Nederland met die van Polen. Wat is een belangrijk verschil?
A
Polen is geen lid van de EU, Nederland wel.
B
In Polen werkt een kleiner deel van de beroepsbevolking in de landbouw dan in Nederland
C
Polen heeft geen zeehavens, Nederland wel
D
Het BNP p/h van Polen is lager dan dat van Nederland

Slide 17 - Quizvraag

Op de kaart zie je vier veerdiensten vanuit plaatsen in Zweden naar andere landen. Zweden is lid van de Europese Unie. Met welke veerdienst verlaat je de Europese Unie?
A
Veerdienst 1
B
Veerdienst 2
C
Veerdienst 3
D
Veerdienst 4

Slide 18 - Quizvraag

Op de grens van de Verenigde Staten en Mexico staat deze metalen muur. Ze is gebouwd om de illegale migranten uit Mexico tegen te houden. Wat zijn de belangrijkste motieven voor deze migranten?
A
Politieke motieven
B
Religieuze motieven
C
Mensrechtelijke motieven
D
Economische motieven

Slide 19 - Quizvraag

In Polen zijn sinds 2004 veel bewaakte grensovergangen verdwenen. Bij welke grensstad op de kaart wordt het verkeer nog streng gecontroleerd?
A
Bij Chalupki
B
bij Swiecko
C
Terespol

Slide 20 - Quizvraag

Op de kaart is België opgedeeld in deelgebieden. Waarin onderscheiden de gebieden zich vooral?
A
in de dichtheid van de bevolking
B
in de ligging ten opzicht van het zeeniveau
C
in de taal die er gesproken wordt
D
in het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 21 - Quizvraag

Op de kaart is de belangrijkste religie in een land met een kleur aangegeven. Met welke kleur wordt de islam aangegeven?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Paars

Slide 22 - Quizvraag

Op de kaart zie je de grenzen van landen in een deel van Zuid-Amerika. Waarmee valt de politieke grens tussen Argentinië en Chili samen?
A
Met de grens tussen twee cultuurgebieden
B
Met een natuurlijke grens
C
Met een kunstmatige grens
D
Met een taalgrens

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Vragen?
Volgende bijeenkomst:
- Oefenen met de toelatingstoets
- Extra uitleg 

Dus, waar wil je meer over weten?

Slide 25 - Tekstslide