5.3 De kerkhervorming

Tijd van ontdekkers en hervormers
De kerkhervorming
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tijd van ontdekkers en hervormers
De kerkhervorming

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
1. Je kunt de kritiek van Luther en Calvijn op de Kerk beschrijven en verklaren.

2. Je kunt beschrijven welke tegenmaatregelene de Kerk nam ten aanzien van de hervormers.

3. Je weet welke gevolgen de kerkhervorming had voor de maatschappelijke en politieke situatie in Europa.

Slide 2 - Tekstslide

Theorie
Ontdekkers en Hervormers (1500-1600)
KA's tijdvak 5:

18. Het begin van Europese overzeese expansie.
19. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
20. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.
21. De protestantse reformatie die een splitsing in de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
Vroegmoderne tijd 1500-1800

Slide 3 - Tekstslide

Noem drie kritiekpunten die Erasmus had op de katholieke kerk.

Slide 4 - Open vraag

Waarom staat Erasmus wel bekend als humanist, maar niet als kerkhervormer?

Slide 5 - Open vraag

De weegschaal van het geloof

Slide 6 - Tekstslide

De weegschaal van het geloof
Waar gaat het om in de kerk?
Rijkdom en macht?
Of
Puur en rein geloof?

Discussie hierover leidde tot kerkhervorming --> Gevolg afscheiding van de katholieke kerk

Slide 7 - Tekstslide

  • Kerk zorgde voor liefdadigheid (zieken, armen, ouden).
  • Kerk bepaalde de normen (kerkelijke/geloofsregels.
  • Ketter als je, je niet hield aan de kerkelijke regels.
  • Paus werd gezien als plaatsvervanger van Christus.
  • Paus had geestelijke en wereldlijke macht.
  • Paus vocht oorlogen uit (denk bijvoorbeeld aan oproep paus kruistocht)
Kerk rond 1500

Slide 8 - Tekstslide

  • Paus leefde als koning.
  • Nieuwe dure Sint Pieter.
  • Gaat het in de kerk om rijkdom? Scherpe kritiek.
  • Soberheid christendom, ging het daar niet om?
Kerk rond 1500

Slide 9 - Tekstslide

  • Om de bouw van de Sint Pieter (architectuur renaissancestijl, vol van renaissancekunst) moest de paus veel geld binnenhalen.
  • Oplossing aflatenhandel. Brieven werden voor grof geld verkocht.
  • Aflaatbrief: Namens God vergaf de kerk de zonden van iemand die zo'n brief had gekocht.
Kerk rond 1500

Slide 10 - Tekstslide

Aflaathandel

Slide 11 - Tekstslide

Johan Tetzel (Alfatenhandel)

Slide 12 - Tekstslide

Luther
Calvijn
Twee kerkhervormers

Slide 13 - Tekstslide

Luther
  • Maarten Luther, een katholieke monnik reisde naar  Rome (zag de misstanden)
  • Scherpe kritiek op de kerk.
  • 95 Stellingen (aflatenhandel en rijkdom kerk belangrijke kritiekpunten).
Luther: van hervorming naar splitsing

Slide 14 - Tekstslide

kritiek van Luther op de kerk, 95 stellingen (1517):

  1. aflaathandel ("bedrog")
  2. heiligenverering ("afgoderij")
  3. relikwieën (heilige voorwerpen)
  4. Aflaten van de paus ("slechts God kan vergiffenis schenken")
  5. Kritiek tegen dure kunst in kerken.
  6. Luxueuze levensstijl van hoge geestelijken.
  7. Verkoop mooie baantjes kerk (kerkelijke ambten)
  8. Geringe kennis van het Latijn en de Bijbel. 

Slide 15 - Tekstslide

Verspreiding reformatie
De boekdrukkunst zorgde voor massale en snelle verspreiding van de ideeën van Luther

Slide 16 - Tekstslide

Waarom was voor een priester de kennis van het Latijn belangrijk?
A
Vulgaat kunnen uitleggen
B
Kerk schreef bijna alles op in het Latijn.
C
Voor de Romeinse geschriften.

Slide 17 - Quizvraag

Luther
  • Iedereen moest zelf de Bijbel kunnen onderzoeken (persoonlijke relatie met God).
  • Bijbel in de volkstaal (daarom vertaalde hij de Bijbel in Duits).
  •  Geestelijke en priesters niet nodig.
  • Kerkdiensten in het Duits.
  • Vorst gehoorzaam zijn.
  • Iedereen moest zelf de Bijbel kunnen onderzoeken (persoonlijke relatie met God).
  • Bijbel in de volkstaal (daarom vertaalde hij de Bijbel in Duits).
  •  Geestelijke en priesters niet nodig.
  • Kerkdiensten in het Duits.
  • Vorst gehoorzaam zijn.
Volgens Luther:

Slide 18 - Tekstslide

Luther
  • Iedereen moest zelf de Bijbel kunnen onderzoeken (persoonlijke relatie met God).
  • Bijbel in de volkstaal (daarom vertaalde hij de Bijbel in Duits).
  •  Geestelijke en priesters niet nodig.
  • Kerkdiensten in het Duits.
  • Vorst gehoorzaam zijn.
  • Paus deed hem in de ban (Luther uit de kerk gezet).
  • Karel V wilde eenheid van geloof.
  • Luther moet in Worms verschijnen.
  • Luther neemt zijn woorden niet terug.
  • Karel V --> Luther in de kerkban (Vogelvrij: Luther kon straffeloos gedood worden).
  • Luther beschermd door Duitse keurvorsten 
Gevolgen voor Luther:

Slide 19 - Tekstslide

Luther
  • Iedereen moest zelf de Bijbel kunnen onderzoeken (persoonlijke relatie met God).
  • Bijbel in de volkstaal (daarom vertaalde hij de Bijbel in Duits).
  •  Geestelijke en priesters niet nodig.
  • Kerkdiensten in het Duits.
  • Vorst gehoorzaam zijn.
  • Gevolgen kerkban:
  • Volgelingen Luther stichten eigen kerken (protestantse kerken).
  • Duitse keurvorsten kiezen katholieke of protestantse kant.
  • Godsdienstoorlogen
Kerksplitsing

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Luther
  • Iedereen moest zelf de Bijbel kunnen onderzoeken (persoonlijke relatie met God).
  • Bijbel in de volkstaal (daarom vertaalde hij de Bijbel in Duits).
  •  Geestelijke en priesters niet nodig.
  • Kerkdiensten in het Duits.
  • Vorst gehoorzaam zijn.
  • Keurvorst koos: Luthers of katholiek
  • Lutherse keurvorsten namen kerken en kloosters in beslag, veel rijkdommen) = economisch motief om Luthers te worden.
  • Lutherse vorsten werden bestreden door Karel V
  • Karel V kreeg zijn rijk niet onder controle
  • Vrede van Augsburg (religievrede)
Godsdienstoorlogen Duitsland

Slide 22 - Tekstslide

Luther
  • Iedereen moest zelf de Bijbel kunnen onderzoeken (persoonlijke relatie met God).
  • Bijbel in de volkstaal (daarom vertaalde hij de Bijbel in Duits).
  •  Geestelijke en priesters niet nodig.
  • Kerkdiensten in het Duits.
  • Vorst gehoorzaam zijn.
  • Is de vorst Luthers, dan zijn volgelingen ook.
  • Is de vorst katholiek, dan zijn volgelingen ook.
  • Grote verhuizingen naar het gebied van je geloof (katholiek of Luthers).
  • Karel V zag dit als een persoonlijke nederlaag. Hij trad af: Ferdinand 1 werd keizer van Duitsland (broer Karel V). Filips II kreeg de Nederlanden Spanje, Italië en de koloniën.
Godsdienstvrede van Augsburg 1555

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Protestantse kerk of Katholieke kerk?


A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 25 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 Karel V had begrip voor Luther zijn ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 27 - Quizvraag

Reactie katholieke kerk op reformatie       Contrareformatie
Concilie van Trente (1545-1563):

  • 1.  aflaatbrieven bleven bestaan
  • 2. celibaat blijft (priester niet trouwen)
  • 3. heiligenverering bleef
  • 4. priesteropleiding verbeterd
  • 5. Vulgaat bleef officiële bijbel
  • 6. bisdommen verkleind > controle 
  • 7. inquisitie pakt ketters aan

Slide 28 - Tekstslide

  inquisitie = kerkelijke rechtbank

Slide 29 - Tekstslide

Inquisitie

Slide 30 - Tekstslide

Waarom was de Vrede van Augsburg een nederlaag voor Karel V?

Slide 31 - Woordweb

0

Slide 32 - Video

  • 1. God heeft van tevoren bepaald wie in de hemel komt, staat vast
  • 2. Bijbel is basis geloof
  • 3. Taak geestelijkheid: bijbel uitleggen
  • 5. heiligenverering is afgoderij
  • 6. Slechte een vorst mag je tegen verzetten of afzetten
  • Dat is een verschil met  Luther 'Vorsten zijn door God gekozen' >
  • Nadruk op soberheid, eenvoud
Calvinisme
1. God heeft van tevoren bepaald wie in de hemel komt, staat vast (predestinatieleer....destiny=bestemming)
2. Bijbel is de basis van het geloof
3. Taak van de geestelijkheid: bijbel uitleggen
5. Heiligenverering is afgoderij
6. Een slechte een vorst mag je tegen verzetten of afzetten. Dat is een verschil met Luthers visie = 'Vorsten zijn door God gekozen' 
7. Nadruk op soberheid, eenvoud.

Slide 33 - Tekstslide

interieur katholieke kerk
Interieur protestantse kerk

Slide 34 - Tekstslide

  • Vrede van Augsburg (1555)
  • RK kerk viel uiteen, protestantse kerken scheidden zich af
  • Veel gebieden in 'Heilige Roomse Rijk' (Duitsland) werden lutheraans
  • Bezittingen RK Kerk door protestantse edelen afgenomen
  • Oorlogen:
- De Nederlanden (1568 - 1648): 'De Opstand'
- Frankrijk: Hugenoten 9franse protestanten <> Franse koning > Edict van Nantes (1598): gewetensvrijheid
- Duitsland: Lutherse vorsten <> Karel V (RK) 
Gevolgen Hervorming/Reformatie:

Slide 35 - Tekstslide

0

Slide 36 - Video