Paragraaf 2.2 voorwaarden voor een rechtsstaat

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Link

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je hebt inzicht gekregen in jouw denkproces aangaande de oefentoets
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het doel is van een rechtstaat
  • Je kunt twee soorten grondrechten onderscheiden

Slide 7 - Tekstslide

Wat valt op?
  • Over het algemeen niet geleerd
  • Halve antwoorden
  • Nummering niet op orde

Slide 8 - Tekstslide

Omdat ze dan allebei hun zin krijgen
Wie zijn ''ze'' en waarom is dat goed? 
Het juiste antwoord:
Met een compromis, zorg je ervoor dat je meerdere partijen meekrijgt in het besluit. Je creëert daardoor meer draagvlak en dus steun.


Leg uit waarom politici voor de oplossing van maatschappelijke vraagstukken vaak kiezen voor een compromis in plaats van één partij volledig haar zin te geven. 

Slide 9 - Tekstslide

Omdat ze in kleine dorpen meer begrip voor elkaar hebben. Dat wordt ook wel sociale cohesie genoemd.
Er is meer sociale controle in een klein dorp. Mensen kennen elkaar beter en de gevolgen van hun daden zijn vaak duidelijker. Hierdoor voelen de dorpelingen  zich verbonden met elkaar: sociale cohesie
6. In een klein dorp zijn mensen meer geneigd zich aan de geldende normen te houden (zoals ‘je mag niet stelen’) dan in een grote stad. Beredeneer hoe dat komt. Gebruik in je antwoord het begrip ‘sociale cohesie’
 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Het doel van de rechtsstaat
1. Bescherming burger
2. Gelijke behandeling
3. In vrijheid kunnen leven

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De grondwet
Document waarin staat wat de grondrechten zijn en hoe de staat is ingericht. De grondwet:
  • Begrenst de macht van de staat.
  • Legt fundamentele rechten van burgers vast.
  • Geeft aan hoe de machtsorganen van de staat zijn georganiseerd.
  • Drukt de eenheid van de natie uit.

Slide 15 - Tekstslide

Grondrechten
In hoofdstuk 1 van de Grondwet staan de grondrechten: Basisrechten voor een menswaardig leven. Met andere woorden: een staat die geschikt is om in te leven als mens. 
Voorbeelden van grondrechten zijn:

  • Vrijheid van meningsuiting;
  • Recht op privacy;
  • Kiesrecht;
  • Recht op gelijke behandeling.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je hebt inzicht gekregen in jouw denkproces aangaande de oefentoets
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het doel is van een rechtstaat
  • Je kunt twee soorten grondrechten onderscheiden

Slide 26 - Tekstslide

Opdrachten 2.2
2, 3 , 4 en 15

Slide 27 - Tekstslide