Staatsinrichting §1.1 (1000 - 1500)
1 / 20
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk tijdvak is de periode 1000 - 1500?
A
Tijd van regenten en vorsten
B
Tijd van burgers en stoommachines
C
Tijd van steden en staten
D
Tijd van ontdekkers en hervormers
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn politieke rechten?
Slide 3 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van een politiek recht?
A
Meebeslissen in bestuur
B
Het hebben van persoonlijk bezit
C
Het uiten van je mening
D
Uiten van je eigen Godsdienst
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn vrijheidsrechten?
Slide 5 - Open vraag
Wat is een voorbeeld van een vrijheidsrecht?
A
Belasting betalen
B
Stemrecht
C
Inspraak in het waterschap
D
Recht op eigen bezit
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Poltiek recht of vrijheidsrecht?
A
Politiek recht
B
Vrijheidsrecht
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Poltiek recht of vrijheidsrecht?
A
Politiek recht
B
Vrijheidsrecht
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Poltiek recht of vrijheidsrecht?
A
Politiek recht
B
Vrijheidsrecht
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Poltiek recht of vrijheidsrecht?
A
Politiek recht
B
Vrijheidsrecht
Slide 14 - Quizvraag
Waarom was samenwerking nodig tussen waterschappen?
Slide 15 - Open vraag
Wat verstaan we onder 'polderen'
A
Samen polders maken
B
Overleggen tot overeenstemming
C
Overleggen en het juiste doel bereiken
D
Politieke besluiten overleggen
Slide 16 - Quizvraag
Wat is stadsrecht?
Slide 17 - Open vraag
Welke mensen hebben inspraak in de stad (met stadsrecht)?
A
Ambachtslieden
B
Alle burgers met burgerrecht
C
De patriciërs
D
Mensen van adel
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de statenvergadering?
Slide 19 - Open vraag
Wat is de Staten-Generaal?
