Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1 Wat een talent - spelling les 1
Nederlands
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Welkom bij Nederlands!
Benodigdheden:
Leesboek
Werkboek en schrift
Zet alvast klaar:
Lessonup
www.lessonup.com
Log in met je eigen naam en wachtwoord.
Online methode
Ga naar Magister
Kies voor leermiddelen
Kies Ne Talent
timer
2:00
Slide 2 - Tekstslide
Lezen
timer
5:00
Noteer een survivaltip in je schrift.
Slide 3 - Tekstslide
Check in?
A
groene smiley
B
oranje smiley
C
rode smiley
Slide 4 - Quizvraag
Programma:
Check in
Terugblik vorige les (bk1b)
Uitleg spelling
Zelfstandig werken
Lesvragen/ lesdoelen Spelling 1.8
Ik kan de persoonsvorm van een zin vinden op drie verschillende manieren:...
In de tegenwoordige tijd zijn er de volgende regels om werkwoorden te vervoegen:
Een hoofdletter gebruik je altijd: ...
Magister
leermiddelen
Nederlands
H1
1.8 Spelling
Maak de volgende opdrachten:
2, 3, 4, 5, 6 , 7, 8, 9
Klaar:
- Extra oefenen met spelling en grammatica (online)
- Lezen
ik
hij/zij
wij
Slide 5 - Tekstslide
Wat is of zijn de werkwoorden in de volgende zin:
Met mijn nieuwe fiets, kan ik snel fietsen.
A
fiets
B
fietsen
C
kan
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm (pv) in de onderstaande zin?
Waardoor heb jij geen fijne vakantie gehad?
A
waardoor
B
jij
C
heb
D
gehad
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de pv in de onderstaande zin:
Wie is jouw idool?
A
wie
B
is
C
jouw
D
idool
Slide 8 - Quizvraag
2. In de tegenwoordige tijd zijn er de volgende regels om werkwoorden te vervoegen:
ik
hij/zij
wij
Slide 9 - Tekstslide
Hoofdletters
De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
(werken) Ik werk
(denken) ik denk
(vinden) ik vindt
(lopen) ik lop
(geloven) ik geloof
(graven) ik graav
(werken) hij werkt
(denken) zij denkt
(vinden) hij vind
Goed of fout?
Slide 10 - Tekstslide
2. In de tegenwoordige tijd zijn er de volgende regels om werkwoorden te vervoegen:
ik
hij/zij
wij
Slide 11 - Tekstslide
Terugblik 1.7 grammatica blz. 50
Persoonsvorm
De
persoonsvorm (pv)
is een belangrijk zinsdeel. In elke zin staat een pv. De pv is altijd een
werkwoord (doe-woord)
en bestaat meestal uit één woord.
Je vindt de
pv
door:
De zin van tijd te veranderen
(het woord dat moet veranderen is de pv)
De zin vragend te maken
(het woord dat vooraan komt te staan is de pv)
De zin in enkelvoud of meervoud te veranderen
(het werkwoord dat moet veranderen is de pv)
Waarom, daarom!!
Als een zin begint met
waarom, waardoor, waarvoo
r etc., vervang dit woord dan door
daarom, daardoor, daarvoo
r, etc.
Daarna kun je die zin weer vragend maken en komt de persoonsvorm vooraan.
Magister
leermiddelen
Nederlands
H1
Maak de volgende opdrachten:
1.7 grammatica
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
1.8 Spelling
Maak de volgende opdrachten:
2, 3, 4, 5, 6 , 7, 8, 9
Klaar:
- Extra oefenen met spelling en grammatica (online)
- Lezen
Slide 12 - Tekstslide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Stam
De stam is het hele werkwoord zonder -en
De stam van het werkwoord brengen is breng en de stam van het werkwoord koken is kok.
Soms moet je de stam wel even aanpassen.
Bijvoorbeeld de sam kok, passen we aan naar kook.
De ik-vorm is de (aangepaste) stam van een werkwoord
Leer het schema op blz. 56 uit je je hoofd
Magister
leermiddelen
Nederlands
H1
Maak de volgende opdrachten:
1.8 grammatica
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
1.8 Spelling
Maak de volgende opdrachten:
2, 3, 4, 5, 6 , 7, 8, 9
Klaar:
- Extra oefenen met spelling en grammatica (online)
- Lezen
Slide 13 - Tekstslide
Weektaak spelling
Thema 1, 1.8 spelling (online methode)
Basisopdrachten
1- 3- 4.1 - 4.2 - 5 - 6
| 7 - 8 - 9 - 10 - 11
Extra opdrachten
12
Klaaropdrachten
Oefen met test jezelf / versterk jezelf van de paragraven: Woorden - Grammatica en spelling
Oefen online met
jufmelis
Oefen online met grammatica, open de basiscursus grammatica in Lessonup
Huiswerk na 10-10
Basisopdrachten spelling
Persoonsvorm (tt)
Leestekens
Begin en eind van zinnen
Een zin heeft een begin en een eind. Dat maakt het lezen van een tekst makkelijker.
Een zin begint altijd met een hoofdletter.
Een zin heeft altijd een leesteken aan het eind: een punt, een vraagteken of een uitroepteken.
Slide 14 - Tekstslide
3. Een hoofdletter gebruik je altijd: ...
Slide 15 - Tekstslide
Welkom bij Nederlands!
Benodigdheden:
Leesboek
Werkboek en schrift
Zet alvast klaar:
Lessonup
www.lessonup.com
Log in met je eigen naam en wachtwoord.
Online methode
Ga naar Magister
Kies voor leermiddelen
Kies Ne Talent
timer
2:00
Slide 16 - Tekstslide
Lezen
timer
5:00
Noteer een survivaltip in je schrift.
Slide 17 - Tekstslide
Programma:
Check in
Terugblik vorige les
Uitleg spelling
Zelfstandig werken
Lesvragen/ lesdoelen Spelling 1.8
Ik kan de persoonsvorm van een zin vinden op drie verschillende manieren:...
In de tegenwoordige tijd zijn er de volgende regels om werkwoorden te vervoegen:
Een hoofdletter gebruik je altijd: ...
Magister
leermiddelen
Nederlands
H1
1.8 Spelling
Maak de volgende opdrachten:
2, 3, 4, 5, 6 , 7, 8, 9
Klaar:
- Extra oefenen met spelling en grammatica (online)
- Lezen
ik
hij/zij
wij
Slide 18 - Tekstslide
Terugblik
(geloven) ik ........
(branden) het .........
(lezen) ik ........
(kopen) wij .....
Slide 19 - Tekstslide
Hoofdletters
Wanneer schrijf je een hoofdletter?
amanda
Marco
Meneer
meneer Bos
meneer Van Bun
Marco Van Bun
mevrouw de Vries
Anke de Vries
Maandag
noord - Brabant
Zuid - Afrika
februari
Goed of fout?
Slide 20 - Tekstslide
3. Een hoofdletter gebruik je altijd: ...
Slide 21 - Tekstslide
Wat is een
goede
zin?
Slide 22 - Tekstslide
Weektaak spelling
Thema 1, 1.8 spelling (online methode)
Basisopdrachten
1- 3- 4.1 - 4.2 - 5 - 6 |
7 - 8 - 9 - 10 - 11
Extra opdrachten
12
Klaaropdrachten
Oefen met test jezelf / versterk jezelf van de paragraven: Woorden - Grammatica en spelling
Oefen online met
jufmelis
Oefen online met grammatica, open de basiscursus grammatica in Lessonup
Huiswerk na 10-10
Basisopdrachten spelling
Persoonsvorm (tt)
Leestekens
Begin en eind van zinnen
Een zin heeft een begin en een eind. Dat maakt het lezen van een tekst makkelijker.
Een zin begint altijd met een hoofdletter.
Een zin heeft altijd een leesteken aan het eind: een punt, een vraagteken of een uitroepteken.
Slide 23 - Tekstslide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Stam
De stam is het hele werkwoord zonder -en
De stam van het werkwoord brengen is breng en de stam van het werkwoord koken is kok.
Soms moet je de stam wel even aanpassen.
Bijvoorbeeld de sam kok, passen we aan naar kook.
De ik-vorm is de (aangepaste) stam van een werkwoord
Leer het schema op blz. 56 uit je je hoofd
Begin en eind van zinnen
Een zin heeft een begin en een eind. Dat maakt het lezen van een tekst makkelijker.
Een zin begint altijd met een hoofdletter.
Een zin heeft altijd een leesteken aan het eind: een punt, een vraagteken of een uitroepteken.
Magister
leermiddelen
Nederlands
H1
Maak de volgende opdrachten:
1.8 grammatica
2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
1.8 Spelling
Maak de volgende opdrachten:
2, 3, 4, 5, 6 , 7, 8, 9
Klaar:
- Extra oefenen met spelling en grammatica (online)
- Lezen
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1 Wat een talent - spelling
September 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
1 Wat een talent - spelling 3
September 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Werkwoorden vervoegen
Maart 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
1.8 1KGT Spelling les 4
November 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
1.7/1.8 herhaling
November 2024
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2Basis Herhalingsles so 1.7 1.8
Oktober 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
1.8 1BK Spelling les 2
November 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
1.8 1BK Spelling les 3
November 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2