Hoofdstuk 4: Inkopen en bestellen

Hst. 4 Inkopen en bestellen
Voorraadkn.
Bestelkn.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hst. 4 Inkopen en bestellen
Voorraadkn.
Bestelkn.

Slide 1 - Tekstslide

Inkopen en bestellen
Kunst om exact genoeg artikelen in het magazijn te hebben om op het juiste moment in de juiste hoeveelheid aan de vraag van de klant te voldoen.
Bestellingen
Om precies genoeg op voorraad te hebben, dien je te bestellen!

Slide 2 - Tekstslide

Voorraadbeheer (reminder!)
Wat waren ook alweer de voorraadkosten?

De 3 R's
* R
* R
* R

Slide 3 - Tekstslide

Voorraadbeheer
Preventiekosten:
* verzekeringen (brand, etc.)

Herstelkosten:
* afschrijven artikelen
* andere reden, niet verkoopbaar

Slide 4 - Tekstslide

Even kort terug naar servicegraad
Ook hier is een curve en een break-even-point te zien

Slide 5 - Tekstslide

Verschil inkopen en bestellen
  • voorraad bereikt minimum --> dan voorraad aanvullen
  • er is een verschil tussen inkopen en bestellen
  • .... 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is volgens jou het verschil tussen inkopen en bestellen?

Slide 7 - Open vraag

Inkopen en bestellen
  • Opdracht 2
  • Inkopen gaat over een nieuw product opnemen in jouw assortiment; prijs, leveringsvoorwaarden, verpakking, etc., dient dan nog allemaal besproken te worden
  • Bestellen = afroepen van een artikel dat al in het assortiment zit. Je hoeft niet meer alle zaken te bespreken. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Bestelgrootte
  • Moet voldoende zijn om de periode tussen 2 leveringen te overbruggen
  • Hoe hoger de leveringsfrequentie is, hoe lager de voorraad kan zijn en hoe minder artikelen je per keer bestelt
  • Hoe lager de leveringsfrequentie is, hoe meer artikelen je in één keer moet bestellen. Dit is moeilijker omdat je dan mogelijke pieken goed moet inschatten.

Slide 10 - Tekstslide

Leveringsfrequentie
  • hangt af van de soort artikelen (houdbaar, vers)
  • gewenste of toegestane magazijnsgrootte (3 R's)
  • hangt af van de bestelkosten (administratieve kn.) 

Slide 11 - Tekstslide

Bestelgrootte formule van Camp
  • Optimale bestelgrootte is de hoeveelheid artikelen die je per keer bestelt waarbij;
  • de optelsom van de totale voorraadkosten en bestelkosten zo laag mogelijk is.

Slide 12 - Tekstslide

Bestelkosten
  • Verzendkosten
  • Transportkosten
  • Personeelskosten
  • Administratiekosten

Slide 13 - Tekstslide

Formule van Camp = Economic Order Quantity EOC
  • Q = de optimale bestelgrootte
  • V = de verwachte afzet per jaar
  • Cb = de bestelkosten per bestelling
  • Cv = de voorraadkosten per eenheid product p.j. 
Hoe vaker je een product bestelt, hoe hoger je bestelkn. zijn. Maar je houdt wel een kleinere voorraad aan, dus minder voorraadkn.

Slide 14 - Tekstslide

Formule van Camp = Economic Order Quantity EOC
  • Q = de optimale bestelgrootte
  • V = de verwachte afzet per jaar
  • Cb = de bestelkosten per bestelling
  • Cv = de voorraadkosten per eenheid product p.j. 
Hoe vaker je een product bestelt, hoe hoger je bestelkn. zijn. Maar je houdt wel een kleinere voorraad aan, dus minder voorraadkn.

Slide 15 - Tekstslide

Formule van Camp - Voorbeeld uit boek

Slide 16 - Tekstslide

Bestelmethoden
Groep 1: Lotte, Tarik en Lucas
Groep 2: Bijou, Fons en Jordy
Groep 3, Daniël, Luuk en Mauro

* bespreek paragraaf 4.3 bestelmethoden
* groep 1: focus op BQ methode
* groep 2: focus op BS methode + wat dan echt anders is dan BQ
* groep 3: focus op sQ en sS methode

* Na om en nabij 20 minuten een presentatie (vanuit de tafels - mag met PP hoeft niet!)

Slide 17 - Tekstslide

Bestelsystemen
--> Order entry-systeem
--> Geautomatiseerd bestelsysteem




Slide 18 - Tekstslide

Order entry-systeem
Bij het order entry-systeem gaat het bestellen met een handterminal en/of een leespen. Met de leespen beweeg je over de barcode op de order entry-lijst. De order entry-lijst is een lijst met barcodes van een bepaalde artikelgroep. De leespen registreert de barcode van het artikel. De barcode correspondeert met de gegevens van het artikel. De hoeveelheid informatie die vervolgens in het displayscherm beschikbaar komt, is afhankelijk van het systeem dat in het magazijn wordt gebruikt.


Slide 19 - Tekstslide

Geautomatiseerde bestelsystemen
--> ERP (met modules, waaronder bestelmodule)
--> VMI 




VMI staat voor Vendor Managed Inventory. Het is een systeem waarbij de leverancier van het DC verantwoordelijk is voor de voorraad in het schap van de winkel. Het DC krijgt dan het POS en de afzetgegevens van de winkel. POS staat voor Point Of Sale en is een computergestuurd kassasysteem. Hiermee krijg je inzicht in wat is verkocht en welke goederen weer nodig zijn. Op basis van deze gegevens kun je als leverancier de voorraad beheren. Door VMI verschuiven de kosten voor de ruimte, rente en het risico naar een schakel hoger in de keten, namelijk de leverancier van het DC.

Slide 20 - Tekstslide