Make lesson 4 unit 6 ex 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12
Slide 2 - Tekstslide
Reading
Learning Target
I can read a text and make questions about it. I can read a book and make a summary.
What
Read your book/make 2 texts in readtheory.
How
You read an actual book (You may read one of the books online that I put in Magister) Readtheory is a website online
Time
10 minutes
Done?
Everyone reads for 10 minutes, so after 10 minutes we all move onto the next part.
Slide 3 - Tekstslide
Grammar
Learning Target
I can use the genitive
What
Explanation of the topic.
Make the extra exercises in the hand-out
How
With pen and paper
Time
+/- 15 min
Done?
Go to the lesson I shared on Lessonup and make the exercises there
Slide 4 - Tekstslide
Genitive
's
bij personen(enkelv), plaats(geen naam gebouw), tijd, namen
The boy's bike.
We'll got to Peter's.
It's an hour's walk.
James's girlfriend
This is New York's most famous building
s'
bij meervoud -s
bij klassieke oudheid (namen)
The boys' bikes.
A three hours' drive.
Socrates' idea
of
bij levenloze objecten, hoeveelheden, aardrijkskundige namen
the brakes of a bike
a cup of coffee
the city of New York
Slide 5 - Tekstslide
Grammar
Learning Target
I can use the grammar we need for the test
What
Make the extra exercises in the hand-out
How
With pen and paper
Time
+/- 15 min
Done?
Form groups and discuss which film or series you want to use for the taaltaak
Slide 6 - Tekstslide
Much and many
In het Engels kun je op verschillende manieren zeggen hoeveel je van iets hebt.
Veel = many, much, a lot of
Weinig = few, little
Een paar = a few
Een beetje = a little
Slide 7 - Tekstslide
Much and many
Wat is nou het verschil tussen much en many?
Woorden kunnen telbaar of ontelbaar zijn.
Telbaar: Ontelbaar:
Coins / Houses Money / Hair
Many Much
Slide 8 - Tekstslide
Bij bevestigende zinnen worden much en manyalleen formeel (dus bijna niet) gebruikt. Wel wordt a lot of vaak gebruikt voor zowel telbare als ontelbare zelfstandige naamwoorden.
I've earned a lot of money since last year.
He has got a lot of coins in his piggy bank.
(alleen formeel)
Slide 9 - Tekstslide
Gebruik alleen much en many in de bevestigende zinnen na de woorden: so, as en too:
He has got somany friends.
I've got asmuch money as he has.
(alleen formeel)
Slide 10 - Tekstslide
Manygebruik je voor telbare woorden en muchvoor ontelbare woorden in vragende en ontkennende zinnen.