ABR7 20.01.2025

Welkom!
20.01.2025
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
AndersMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
20.01.2025

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik
  • 8.8
  • 8.9 
  • (Nieuws in makkelijke taal)

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  • Opdr. 64, 65, 66, 67, 69 

Slide 3 - Tekstslide

8.8
  • Op welke manier kun je informatie geven over iets of iemand?
  • Met een bijvoeglijk naamwoord.
  • Voorbeeld? 
  • aardig, leuk, stom, saai, blauw, groot 

Slide 4 - Tekstslide

8.8
  • Bij de-woorden (met een) zet je een -e achter het bijvoeglijk naamwoord. 
  • De aardige vrouw / Een aardige vrouw. 
  • Bij het-woorden zet je een -e achter het bijvoeglijk naamwoord.
  • Het mooie huis.
  • MAAR!
  • Bij het-woorden met een zet je GEEN -e achter het bijvoeglijk naamwoord.
  • Een mooi huis. 

Slide 5 - Tekstslide

8.8
  • Samen luisteren: opdr. 74 
  • Maak zelfstandig opdr. 75 + 76
  • Bespreken

Slide 6 - Tekstslide

8.8
  • Maak tweetallen
  • Pak werkblad 8.8 (plusopdracht)
  •  Bekijk de opdracht en stel elkaar vragen.
  • Klaar?
  • Wissel de rollen. 

Slide 7 - Tekstslide

8.8
  • A tot zin 2.12  

Slide 8 - Tekstslide

8.9
  • Heb je gisteren het nieuws gelezen of gehoord?
  • Wat was er in het nieuws?

Slide 9 - Tekstslide

8.9
  • Blauwe woorden 
  • gered (redden): De kat in de boom is gered door de brandweer.
  • de haven: In de haven zijn grote containerschepen uit de hele wereld. 
  • de paal: Ik zet mijn fiets vast aan een paal. 
  • het touw: De man maakt de boot vast met een stevig touw. 
  • springen: Kangeroes kunnen heel goed springen. 
  • draaide (draaien): De molen draait door de wind. 
  • klimmen: Apen kunnen snel in bomen klimmen. 

Slide 10 - Tekstslide

8.9
  • de wind: De wind is sterk vandaag. De bomen vallen bijna om. 
  • geschrokken (schrikken): Vanmorgen zag ik een grote spin. Ik ben toen erg geschrokken. 
  • de maan: 's Nachts kun je de maan zien. Ik vind de maan altijd mooi. 
  • de aarde: Wij wonen allemaal op de aarde.
  • verzamelen: Iedereen moet zijn plastic afval in een container verzamelen. 
  • de boete: Amir reed veel te hard. Nu heeft hij een boete gekregen.  
  • de speeltuin: Andrea gaat met haar kinderen naar de speeltuin. De kinderen gaan daar buiten spelen. 
  • de bioscoop: Op zaterdag gaat Selma vaak naar de bioscoop om films te kijken. 

Slide 11 - Tekstslide

8.9
  • Lees de tekst op blz. 312
  • Beantwoord opdr. 78 en 79
  • Bespreken   

Slide 12 - Tekstslide

8.9
  • Maak zelfstandig opdr. 80, 81, 82 + 83
  • Bespreken 

Slide 13 - Tekstslide

8.9
  • Klassikaal luisteren: opdr. 84  

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide