13.6 Politiek en overheidsbeleid

13.6 Politiek en overheidsbeleid
1. Ideologieën
2. Beleidsinstrumenten (middelen)
3. Positieve en negatieve effecten 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

13.6 Politiek en overheidsbeleid
1. Ideologieën
2. Beleidsinstrumenten (middelen)
3. Positieve en negatieve effecten 

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw les & week
Vandaag: 15 min uitleg - 30 min werken
Morgen: HC 45 min (je mag wat anders doen, maar niet praten)
Woe: oefenen en vragen stellen.

Slide 2 - Tekstslide

Soc. - Conf. - Lib
Socialisme: de overheid moet sociale ongelijkheid tegengaan. De vrije markt moet aan regels gebonden zijn om kansarmen te beschermen. Veel overheidsingrijpen. Betaalbaar door veel mensen aan het werk, gelijke kansen bieden.
Confessionalisme: Gespreide verantwoordelijkheid (individu - maatschappelijk middenveld - overheid). Staatsvrije ruimte: ruimte die de overheid creëert en waar mensen/maatsch middenveld zelf verantwoordelijk zijn (bijv. bijzonder onderwijs)
Liberalisme: Als je de vrije markt zijn gang laat gaan, komt het goed. Overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien: deregulering & privatisering. Eigen verantwoordelijkheid: zelf verzekeren, inkomensverschillen zijn ok (mogen zelfs groter), lagere belastingen --> meer werkgelegenheid. 

Slide 3 - Tekstslide

Beleidsinstrumenten
= middelen
Maakbaarheid van de samenleving.
5 soorten beleid (deze moet je kennen!)

Slide 4 - Tekstslide

1. Sociale zekerheid
De maatschappij geeft burgers de zekerheid dat ze in leven kunnen blijven als ze niet meer kunnen werken.
AOW, WIA, bijstand, WW, kinderbijslag, etc.
80 miljard! Betaald uit ....

Slide 5 - Tekstslide

2. Actief arbeidsmarktbeleid
Lage werkloosheid = lage kosten sociale zekerheid & veel inkomsten uit belasting! Dit willen alle ideologieën
1. creëren werk (door subsidies, opdrachten, lage belastingen)
2.  (om)scholing om werklozen aan een baan te helpen

Slide 6 - Tekstslide

3. Inkomensverdelingsbeleid
IN: Belastingen & premies UIT: subsidies (bijv. voor bedrijf om 'werknemer met afstand tot arbeidsmarkt' aan te nemen)
Doel: nivelleren/denivelleren
NL: Progressief belastingstelsel (nivelleren)

Slide 7 - Tekstslide

4. Onderwijsbeleid
Gelijke kansen = investeren in jongeren met achterstand.
Voorschoolse educatie/tegengaan voortijdig schoolverlaters.

betere opleidingen --> minder uitkering & meer belasting & minder ongelijkheid.

Slide 8 - Tekstslide

5. Wijkgericht achterstandsbeleid

'Slechte' buurten opknappen om zo betere kansen te bieden.

Slide 9 - Tekstslide

Effecten (moet je kunnen toepassen)

Pak p. 92 (opdr boek) erbij.
Positief:
Minder sociale ongelijkheid, minder beloningsongelijkheid, minder kansenongelijkheid.
Negatief: Hoge uitgaven, weinig prikkel om te werken, minder doelmatig inzet van middelen*

Slide 10 - Tekstslide

Maak:
Opdr 27 (schema par 13.6 - goede leeroefening)
Opdr. 32 Toepassen met Gini-score (komt wel eens op Examen voor)
Klaar? Kijk na, maak nog een opdr., vat samen of stamp de concepten (Eigen verantwoordelijkheid ;) )

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide