230314_A2C_

WELKOM!

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel. Laptop dicht.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga lezen.



timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel. Laptop dicht.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga lezen.



timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhalen: Engelse werkwoorden
Check
Nieuwe uitleg
Afsluiten
Zelf werken: oefeningen maken
Zelf werken: oefeningen maken

Slide 2 - Tekstslide

  • Engelse werkwoorden vervoeg je zoveel mogelijk als Nederlandse werkwoorden.
> je gebruikt dus dezelfde regels. 

  • Engelse werkwoorden hebben soms een afwijkende ik-vorm: paintball, delete, race (vanwege de uitspraak), scoor, promoot -(vanwege de o-klank)

Herhalen: Engelse werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Stam op -e - bijvoorbeeld:  daten 

  • Bij het werkwoord daten eindigt de stam op een -e -> date-
  • De t van date zit in het 'T eX KoFSCHiP
  • Daarom krijg je in de verleden tijd: -te of -ten


tt
  • Ik date
  • Hij datet
  • Wij daten
vt
  • Ik datete
  • Hij datete
  • Wij dateten
vt dw
  • Ik heb gedatetet

Slide 4 - Tekstslide

hele ww
ik-vorm tt
ik-vorm vt
vt dw
scannen
chatten
racen
deleten
Check

Slide 5 - Tekstslide

Wat: maken opdracht 1 t/m 4 blz. 85-87 (blok 2, spelling).
Hoe: in je schrift of op je laptop.
Hoe lang: 20 minuten.
Vragen: stel ze mij.
Klaar: lezen.

Niet klaar = huiswerk.
Zelf werken
timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

> meervoud van zelfstandige naamwoorden
Nieuwe uitleg

Slide 7 - Tekstslide

keuze
grens
idee
bacterie
baby
havik
zakenman
museum







Nieuwe uitleg - wat is het meervoud?

Slide 8 - Tekstslide

Wat: maken opdracht 2.1 blz. 139 (Spelling blok 3).
Hoe: in je schrift of op je laptop.
Hoe lang: 10 minuten.
Vragen: stel ze mij.
Klaar: lezen.

Niet klaar = huiswerk.

Zelf werken

Slide 9 - Tekstslide


Volgende keer: spelling herhalen en oefenen.
Oefeningen nakijken.



Afsluiten

Slide 10 - Tekstslide