230321_A2C_spelling_bv nmw tussen n s

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

WELKOM!

Ga rustig op je plek zitten.

Spullen op tafel. Laptop dicht.

Zet je tas op de grond.

Pak je leesboek en ga even lezen.

Lesdoelen

Wat gaan we doen

Terugblik: vorige week

Uitleg: bijvoeglijke naamwoorden

Aan het werk

Afsluiten: morgen

Aan het werk

Uitleg: tussen -n / -s

Aan het eind van deze les...

- ken je de regels voor het spellen van het bijvoeglijk naamwoord

- ken je de regels voor het gebruik van de tussen -n en -s

Lesdoelen

> werkwoorden uit het Engels vervoegen

> meervouden zelfstandige naamwoorden

Terugblik: vorige week

Wat is het meervoud?

keuze

grens

idee

bacterie

baby

havik

zakenman

museum

Zegt iets over het zelfstandige naamwoord (kleur, materiaal, eigenschap, enzovoort).

Stel een vraag om te ontdekken wat de bijvoeglijke naamwoorden zijn:

Wat is / zijn + zelfstandig naamwoord?

Wat is de band? > van rubber.

Wat zijn de leerlingen? > rustig

• De-woorden + e (ook bij een)
• Het-woorden + e (bij een zonder -e)
• Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden + en
  

Er zijn ook uitzonderingen! Kijk maar eens naar de voorbeelden:

• de polyester trui
• het plastic tasje

Je ziet dat deze stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden niet op -en eindigen. Dat komt meestal omdat het om nieuwere stoffen gaat, die de mens zelf heeft uitgevonden.

Uitleg: bijvoeglijke naamwoorden

De gele, nieuwe, katoenen bank

Een gele, nieuwe, katoenen bank

De lieve, zachte pandabeer

Een lieve, zachte pandabeer.

De lange, jonge man.

Een lange, jonge man

Het houten, warme bed.

Een houten, warm bed

Het volle, kleine zwembed.

Een vol, klein zwembad.

De ronde, zilveren ring

Een ronde, zilveren ring

Uitleg: bijvoeglijke naamwoorden > voltooid deelwoord

Wat: maak opdracht 6 blz. 87 (blok 2, spelling) en

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/bijvoeglijke-naamwoorden/

Hoe: in je schrift of op je laptop.

Hoe lang: 10 minuten.

Vragen: stel ze mij.

Klaar: lezen.

Niet klaar = huiswerk.

Zelf werken

Een samenstelling: twee (of meer) woorden die samen één woord worden

Uitleg: tussen -n / -s

Je plakt 2 zelfstandige naamwoorden aan elkaar: telefoon + oplader = telefoonoplader 

• Als je een -s tussen de twee delen hoort, schrijf je die ook:

jongensdroom

stationsweg 

Uitleg: tussen -s

Als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op -en heeft, dan schrijf je dat ook in de samenstelling.

Dus:

beukennootje

fietsenstalling

Uitleg: tussen -n

Je schrijft géén tussen -n of -s als het 1e deel:

- geen zelfstandig naamwoord is (zn:) hogeschool, huilebalk

- geen meervoud heeft: tarwebrood, hellevuur 

- alleen meervoud op -s heeft: horlogebandje, doucheputje

- zowel meervoud op -s als -n heeft: groentesoep, geboortekaartje

- aangeeft hoe groot, goed, klein, stom iets is: reuzeleuk, apetrots

- uniek is: zonnebank, maneschijn

Uitleg: tussen -n / -s

Wat: maak opdracht 3 blz. 193

Hoe: in je schrift of op je laptop.

Hoe lang: max. 10 minuten.

Vragen: stel ze mij.

Klaar: lezen.

Niet klaar = huiswerk.

Aan het werk

> Herhalen vandaag.

> Oefeningen maken.

Afsluiten: morgen