Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
introductie H4 Olympos
H4
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H4
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
aan het eind van deze les...
...ken je de begrippen nominativus en accusativus
...weet je hoe de nom. en acc. gebruikt worden
Slide 2 - Tekstslide
wat gaan we doen?
steekproefje H3
uitleg H4
zelf werken aan werkwijzer (je hebt twee weken de tijd om alle onderdelen van de werkwijzer af te maken
Slide 3 - Tekstslide
οὐδεν
ἡ θεα
νυν
ἀλλα
ἐξαιφνης
δακρυω
niets
de godin
nu
maar
plotseling
huilen
Slide 4 - Sleepvraag
geef de juiste vertaling:
λεγεις
A
hij zegt
B
zij zeggen
C
jij zegt
D
te zeggen
Slide 5 - Quizvraag
geef de juiste vertaling:
λεγει
A
hij zegt
B
zij zeggen
C
zeg!
D
zij zegt
Slide 6 - Quizvraag
geef de juiste vertaling:
λεγομεν
A
ik zeg
B
wij zeggen
C
zeg!
D
jullie zeggen
Slide 7 - Quizvraag
geef de juiste vertaling:
λεγε
A
hij zegt
B
jij zegt
C
zeggen
D
zeg
Slide 8 - Quizvraag
Wat weet je al van het gebruik van de nominativus en accusativus in het Latijn?
Slide 9 - Open vraag
Verschil Nederlands-Grieks
Man bijt hond
hoe weet je in een Nederlandse zin wie wie bijt?
Slide 10 - Tekstslide
Verschil Nederlands-Grieks
de zus heeft moed
hoe weet je in een Nederlandse zin wie wat heeft?
moed heeft de zus
rare zin
Slide 11 - Tekstslide
Verschil Nederlands-Grieks
in het Grieks gaat het niet om de plek, maar om de vorm
naamval
nom. ev.
ἡ μαχη
ἡ χωρα
gen. ev.
της μαχης
της χωρας
dat. ev.
τῃ μαχῃ
τῃ χωρᾳ
acc. ev.
την μαχην
την χωραν
Slide 12 - Tekstslide
Verschil Nederlands-Grieks
in het Grieks gaat het niet om de plek, maar om de vorm
naamval
nom. mv.
αἱ μαχαι
αἱ χωραι
gen. mv.
των μαχων
των χωρων
dat. mv.
ταις μαχαις
ταις χωραις
acc. mv.
τας μαχας
τας χωρας
Slide 13 - Tekstslide
Verschil Nederlands-Grieks
Hoe weet je in het Grieks wie wat heeft?
ἡ θεα
την ἀδελφην ἐχει
την ἀδελφην
ἡ θεα
ἐχει
De godin heeft een zus
Twee goede zinnen, waarbij de vorm (= de naamval) bepaalt wie wat heeft
Slide 14 - Tekstslide
Twee zinnen
Σοφιαν ἐχει ἡ Ἀθηνα
Athena heeft wijsheid
την ἀρχην ἐχεις ὁ Ζευς
Zeus heeft de macht
Slide 15 - Tekstslide
Vorm:
accusativus
Functie in de zin:
lijdend voorwerp
Functie in de zin:
onderwerp
Vorm:
nominativus
Slide 16 - Sleepvraag
Vorm:
αἱ μαχαι
Vorm:
την μαχην
functie in de zin:
OW. mv.
Functie in de zin:
LV. mv.
Functie in de zin:
LV. ev.
Functie in de zin:
OW. ev.
Vorm:
ἡ μαχη
Vorm:
τας μαχας
Slide 17 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
introductie H4 Olympos
Oktober 2022
- Les met
19 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
introductie H4 Olympos
September 2022
- Les met
22 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
les 4 Olympos Grieks
Mei 2022
- Les met
11 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grieks accusativus en nominativus
Oktober 2024
- Les met
10 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grieks accusativus en nominativus
November 2023
- Les met
10 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grieks accusativus en nominativus
Oktober 2021
- Les met
15 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
1t2 Grieks nominativus en accusativus
December 2023
- Les met
15 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grieks 2B/C herhaling naamvallen
Januari 2021
- Les met
17 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2