A3 grammatica en woorden

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Hoe vind je de stam van ὁδος?

Meervoud van ἐργον is:

1. ἐργαι
2. ἐργοι
3. ἐργα
4. ἐργη

Wie is het lijdend voorwerp in: "Ik zie mijn vriendje dagelijks in de supermarkt."

Wie is het lijdend voorwerp in: "Mijn moeder ziet haar regelmatig."

Wie is het onderwerp in: "Wij voelen hen in de wandelgangen."

Wat is het verschil tussen ik en mij in de zin "Piet ziet mij en ik zie Piet."

1. ik is onderwerp
2. ik is lijdend voorwerp
3. mij is onderwerp
4. mij is lijdend voorwerp

Welke paren als ik-mij ken je nog meer in het Nederlands (er zijn zeker 5 andere paren!)

Hoe zie je het verschil tussen onderwerp en lijdend voorwerp in het Nederlandse: "Piet slaat zijn moeder."

Mannelijk lidwoord

Vrouwelijk lidwoord

Onzijdig lidwoord

ὁ

οἱ

τον

τα

το

αἱ

ἡ

τους

τας

την

Accusativus

Nominativus

ὁ

οἱ

τον

τα

το

αἱ

ἡ

τους

τας

την

Leg zelf uit waarom de plaats in de zin van een zelfstandig naamwoord in het Grieks niet zo belangrijk is.

Vandaag

- herhaling accusativus

- Maken erga 16 t/m 19 (even onderdelen) p. 95-97

Wat is de accusativus enkelvoud van
ἡ μαχη

1. την μαχαν
2. την μαχην
3. ταν μαχην
4. ταν μαχαν

Wat is de accusativus enkelvoud van ὁ θεος

1. το θεον
2. τους θεους
3. τον θεον
4. τους θεον

Wat is de accusativus meervoud van
το δενδρον

1. το δενδρον
2. τα δενδρα
3. τον δενδρον
4. τας δενδρας

Wat is de accusativus meervoud van
ἡ θεα

1. αἱ θεαι
2. τας θεας
3. τας θεης
4. την θεα

Vandaag

- 10 minuten woorden les 3 leren

- Cultuur les 3 en 4

- maken: opdrachten 23, 24 (p. 15), 35, 36 (p. 18)