H3.2 -> Arm en rijk in Gambia (les 2/2)

Welkom!
Ga zitten, start je Chromebook op en ga naar LessonUp
Nee, ik heb geen Chromebook oplader, regel het zelf
Leg je schrift en pen op tafel voor aantekeningen straks


Hier de film Shrek voor tijdens het wachten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga zitten, start je Chromebook op en ga naar LessonUp
Nee, ik heb geen Chromebook oplader, regel het zelf
Leg je schrift en pen op tafel voor aantekeningen straks


Hier de film Shrek voor tijdens het wachten

Slide 1 - Tekstslide

Indeling van de les
1. Herhaling leerdoelen 3.2 les 1
2. Herhaling vorige les met vragen
3. Leerdoelen 3.2 les 2
4. Uitleg
5. Vragen over uitleg
6. Verwerking
7. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 3.2 les 1
Aan het einde van de les:
• Weet je in het kort de geschiedenis van Gambia.
• Weet je hoe de grenzen van Gambia zijn ontstaan.
 • Weet je op welke twee manieren je kunt zien of een land arm of rijk is.



Slide 3 - Tekstslide

Wat is een kunstmatige grens?
A
Grens die in ontstaan door de natuur
B
Grens die is gemaakt door mensen
C
Grens die bestaat uit bergen

Slide 4 - Quizvraag

Wat zie je hier op deze foto?
A
Kunstmatige grens
B
Natuurlijke grens

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een staat? Noteer 2 kenmerken

Slide 6 - Open vraag

1. Op welke twee manieren kun je rijkdom of armoede herkennen?
2. Welke is het meest betrouwbaar?

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen 3.2 les 2
Aan het einde van de les:
 • Weet je op welke twee manieren je het ontwikkelingspeil van een land kunt meten.
 • Ken je de vier basisbehoeften.
 • Weet je wat zuigelingensterfte en analfabetisme is en waarom het hoog is in Gambia.
 • Weet je wat het bnp inhoudt



Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingspeil
Een belangrijk ontwikkelingskenmerk* is het inkomen. 
   -> Nederland:  € 2.816 per maand
   -> Gambia: € 40 per maand
   -> Koopkracht: het aantal goederen of diensten dat je met je geld kunt kopen
Het ontwikkelingspeil van een land is hoog als de  meeste mensen een goed inkomen hebben en goed kunnen voorzien in hun basisbehoeften

*Kenmerk waarmee je de armoede of rijkdom in een gebied kunt meten
**Het niveau van rijkdom of armoede in een land
Een belangrijk ontwikkelingskenmerk* is het inkomen.
   -> Nederland: € 2.816 per maand
   -> Gambia: € 40 per maand

   -> Koopkracht: het aantal goederen of diensten dat je met je geld kunt kopen

Het ontwikkelingspeil** van een land is hoog als de meeste mensen een goed inkomen hebben en goed kunnen voorzien in hun basisbehoeften

Ontwikkelingspeil

Slide 9 - Tekstslide

Basisbehoeften
Basisbehoeften: 
Dingen die je nodig hebt om redelijk te kunnen leven; voedsel, huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs

Slide 10 - Tekstslide

Basisbehoeften
1. Voedsel
 Eet je voldoende en gevarieerd.
2. Onderdak
Stevig huis met riolering en schoon drinkwater + wc.
3. Gezondheidszorg
Zuigelingensterfte: Aantal baby's die in hun 1e levensjaar overlijden en artsendichtheid: Aantal artsen per 1000 inwoners.
4. Onderwijs
Analfabetisme: Mensen die niet kunnen lezen en schrijven.

Slide 11 - Tekstslide

Het bruto nationaal product (bnp)* is de totale productie van goederen en diensten in een land in een jaar, uitgedrukt in geld. 

Met het bnp per inwoner kun je landen beter vergelijken. Maar let op:
   - Het bnp per inwoner is een gemiddelde.  
      -> sociale ongelijkheid 
      -> regionale ongelijkheid


Bruto nationaal product (bnp)
*Het geld dat alle inwoners van een land samen verdienen

Slide 12 - Tekstslide

Basisbehoeften zijn dingen die je nodig hebt om goed te leven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Welke 4 basisbehoeften zijn er?

Slide 14 - Open vraag

Waar is de artsendichtheid hoog?
A
Gambia
B
Nederland

Slide 15 - Quizvraag

Leg uit waarom de artsendichtheid daar hoog is.

Slide 16 - Open vraag

Waar is de zuigelingensterfte hoog?
A
Gambia
B
Nederland

Slide 17 - Quizvraag

Leg uit waarom de zuigelingensterfte daar hoog is.

Slide 18 - Open vraag

Waar is het analfabetisme hoog?
A
Gambia
B
Nederland

Slide 19 - Quizvraag

Leg uit waarom het analfabetisme daar hoog is.

Slide 20 - Open vraag

Korte instructie + verwerken
Wat moet je doen? Opdracht 
             
Met wie? Zie stoplicht

Klaar? Maak een samenvatting in je schrift van deze paragraaf
timer
20:00
Rood = Stil, geen vragen

Oranje = Stil, vragen aan docent

Groen = Samenwerken, vragen aan docent
Korte instructie + verwerken
Wat moet je doen? De opdrachten van H3.2

Hoelang?
Met wie? 


Klaar? Oefen topo via seterra, of worldguessr/geoguessr

Slide 21 - Tekstslide

Ik kan antwoord geven op de volgende leerdoelen:
• Ken je de vier basisbehoeften.
• Weet je wat zuigelingensterfte en analfabetisme is en waarom het hoog is in Gambia.
• Weet je wat het bnp inhoudt
Ja, moet lukken
Grotendeels
Een beetje
Nee

Slide 22 - Poll