WIS 2KGT H3.6 Oppervlakte ruimtefiguren

WIS 2KGT H3.6 
Oppervlakte ruimtefiguren
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

WIS 2KGT H3.6 
Oppervlakte ruimtefiguren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- ik kan het verschil uitleggen tussen inhoud en oppervlakte van een ruimtefiguur
- ik kan uitleggen wat een oppervlakte bij een ruimtefiguur is
- ik herken alle platte vlakken van een ruimtefiguur
- ik weet hoe ik de oppervlakte van verschillende platte 
vlakken moet berekenen
- ik weet hoe ik de oppervlakte van een ruimtefiguur moet 
berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Verschil oppervlakte ruimtefiguren en inhoud
- inhoud ruimtefiguur= wat kan er IN een ruimtefiguur (heeft lengte, breedte en hoogte) 
> l x b x h = 12 x 5 x 3 =  180 dm3


- oppervlakte ruimtefiguur = wat kan er OP de buitenkant worden geplakt / geschilderd

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Oppervlakte vlakke figuren
- vierkant / rechthoek = L x B
- driehoek = L x B : 2 (of H x B : 2)
- cirkel =      x straal x straal

Slide 5 - Tekstslide

Oppervlakte balk (BBL)
- alle losse (rechthoekige en/of vierkante) vlakken de oppervlakte berekenen & bij elkaar optellen
- 6 vlakken (waarvan de vlakken die tegenover elkaar liggen, even groot zijn)

> voorkant 3 x 2 = 6cm2 (= achterkant)
> r-zijkant = 5 x 2 = 10 cm2 (= l-zijkant)
> bovenkant = 5 x 3 = 15 cm2 (= onderkant)
> (6x2) + (10x2) + (15x2) = 62 cm2

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte
van dit ruimtefiguur?
A
152 cm2
B
304 cm2
C
320 cm2
D
276 cm2

Slide 7 - Quizvraag

Oppervlakte piramide (KGT)
- grondvlak een rechthoek of vierkant 
- 4 zijvlakken (driehoeken) even groot

> grondvlak = 4 x 4 = 16 cm2 
> zijvlak = 5 x 4 : 2 = 10 cm2 (x4)
> 16 + (4 x 10) = 56 cm2

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte
van dit ruimtefiguur?
A
52 cm2
B
30 cm2
C
26 cm2
D
60 cm2

Slide 9 - Quizvraag

Oppervlakte cilinder (KGT)
- grondvlak (cirkel) = bovenvlak
- zijvlak = rechthoek

> Oppervlakte cirkel =        x straal x straal = 
straal = diameter : 2 = 2,5 : 2 = 1,25 cm
      x 1,25 x 1,25 = 4,9 cm2
> omtrek cirkel =        x 2,5 = 7,9 cm2
> 7,9 + (2 x 4,9) = 17,7 cm2 
 
 

Slide 10 - Tekstslide

Oppervlakte prisma (KGT)
- grondvlak driehoek (x2)
- zijvlakken rechthoeken

> grondvlak driehoek = 3 x 5 : 2 = 7,5 cm2
> ondervlak (rechthoek) = 6 x 5 = 30 cm2
> r-zijvlak (= L-zijvlak) = rechthoek = 
3,9 x 6 =7,8 cm2
> (2 x 7,5) + 30 + (2 x 7,8) = 60,6 cm2

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen bereikt?
- Wat is het verschil tussen inhoud en oppervlakte van een ruimtefiguur?
- Wat is de oppervlakte van een ruimtefiguur?
- Welke platte vlakken zitten er in:
> balk / kubus / cilinder / prisma / piramide
- Hoe bereken je de oppervlakte van:
> vierkant / rechthoek / cilinder / driehoek
- Hoe bereken ik de oppervlakte van:
> balk / kubus / cilinder / prisma / piramide

Slide 12 - Tekstslide