3B's van Bart

3 B's van Bart 
1. Beschrijving: wat zie je in de bron?
- Omcirkel opvallende dingen zoals gezichtuitdrukkingen, symbolen, gebaren, hoeden, snorren. Schrijf droog op wat je ziet.
- Wat staat er in het bijschrift? Je leest vaak een hint in het bijschrift: jaartal, persoon, gebeurtenis.
2. Betekenis: wat gebeurt er in de bron?
- Wat betekenen die symbolen/ gebaren of wie herken je? Schrijf dit op.
- Welke handeling/ gebeurtenis/ personen herken je in de bron? Schrijf dit op.
3. Bedoeling: waarom is deze bron gemaakt?
- Heeft de tekenaar een bepaalde (politieke) boodschap die hij over wil brengen?
- Wat is de aard van de bron? Is het een spotprent/ propaganda/ reclame….?

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3 B's van Bart 
1. Beschrijving: wat zie je in de bron?
- Omcirkel opvallende dingen zoals gezichtuitdrukkingen, symbolen, gebaren, hoeden, snorren. Schrijf droog op wat je ziet.
- Wat staat er in het bijschrift? Je leest vaak een hint in het bijschrift: jaartal, persoon, gebeurtenis.
2. Betekenis: wat gebeurt er in de bron?
- Wat betekenen die symbolen/ gebaren of wie herken je? Schrijf dit op.
- Welke handeling/ gebeurtenis/ personen herken je in de bron? Schrijf dit op.
3. Bedoeling: waarom is deze bron gemaakt?
- Heeft de tekenaar een bepaalde (politieke) boodschap die hij over wil brengen?
- Wat is de aard van de bron? Is het een spotprent/ propaganda/ reclame….?

Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan analyseren spotprent
  1. Lees de vraag goed! Wat is de opdracht precies?
  2. Lees de titel, onderschrift, toelichting, tekst in de tekening.
  3. Waar gaat het over?  Wie zie je?

  4. In welke tijd speelt dit zich af?
  5. Welke symbolen/tekens zie je?
  6. Tegenstellingen of overdrijvingen?
  7. Bepaal nu de mening of bedoeling van de maker door gebruik te maken van een element uit de bron.



Slide 2 - Tekstslide

A. I See..
B. That means..
C. The message of the source is..

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

A. I See..
B. That means..
C. The message of the source is..

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

A. I See..
B. That means..
C. The message of the source is..

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

A. I See..
B. That means..
C. The message of the source is..

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

A. Ik zie...
B. Dat betekent...
C. De boodschap van de bron is...

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

A. I See..
B. That means..
C. The message of the source is..

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

A. I See..
B. That means..
C. The message of the source is..

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

A. I See..
B. That means..
C. The message of the source is..

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

A. I See..
B. That means..
C. The message of the source is..

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

A. I See..
B. That means..
C. The message of the source is..

Slide 22 - Open vraag