1.2 Waarom koop je dat? Deel 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Economie Hoofdstuk: 1.2 Waarom koop je dat?
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Les opening

Pak je boek van economie op tafel op bladzijde 12

Huiswerk controle:

1.1 opdracht 9 t/m 15

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- weet je waardoor mensen verschillende behoeften hebben

- ken je het verschil tussen sociale en commerciële beïnvloeding

Leergebiedoverstijgende doelen: 

Opkomen voor jezelf

- Vraag hulp over hoe je iets het beste aan kan pakken

- Vraag hulp aan de juiste persoon (iemand die jou ook echt kan helpen)

3. Mini-check + arrangementen

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check op Lesson Up. 

Wat betekent het begrip budget?

1. Verplichte bijdragen aan de overheid.
2. Geld dat je te besteden hebt.
3. Overzicht van geplande inkomsten en uitgaven.
4. Als je meer uitgeeft dan je ontvangt.

Wat is sociale beïnvloeding?

1. Dat mensen om je heen invloed hebben op je keuze.
2. Dat mensen om je heen een product afraden of aanraden.
3. Dat jij je mening geeft over een product, thuis of bij je vrienden.
4. A, B, C, zijn alle drie goed.

Wat is commerciële beïnvloeding?

1. Je wordt beïnvloed door de docenten.
2. Reclame via een poster is commerciële beïnvloeding.
3. Je wordt beïnvloed door vrienden en familie.
4. Je kunt zelf dan moeilijk keuzes maken.

Wie maakt wat?

Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 

De rest doet mee met de instructie. 

Je maakt: 

Je leest de blauwe & groene stukjes op bladzijde 12 en 13. Hierna maak je opdracht 16 t/m 22 op blz. 12 en 13

4. Instructie

Budget:

Een budget is de hoeveelheid geld die een persoon te besteden heeft. Hiervan moet je een bepaald soort uitgaven doen

Er zullen keuzes gemaakt moeten worden om binnen een budget te blijven.

Wat bepaalt je koopgedrag?

• leeftijd
• inkomen
• mensen in je omgeving (sociale beïnvloeding)
• bedrijven (commerciële beïnvloeding)

Sociale beïnvloeding
(mensen beïnvloeden elkaar)

Commerciële beïnvloeding
(bedrijven beïnvloeden mensen)

Sociale beïnvloeding

J

Je wordt beïnvloed door andere mensen.

VB: Ik heb nieuwe Nike's die zou jij ook moeten kopen lopen super goed!

Commerciële beïnvloeding

Inlvoed van producenten en verkopers op jouw keuzes.

Bijvoorbeeld door:
- Verkoopgesprekken
- Reclameuitingen
- Kortingen
- Membership zus en zo kaart
- Berichten via sociale media!!
- Etc.

5. Begeleid inoefenen

Vind je het nog lastig? Dan maken we samen opdracht 19

De rest gaat zelfstandig aan het werk. 

 

Je maakt: 

Je leest de blauwe & groene stukjes op bladzijde 12 en 13. Hierna maak je opdracht 17 t/m 22 op blz. 12 en 13

6. Zelfstandig werken

Je gaat zelfstandig de blauwe & groene stukjes op bladzijde 12 en 13 lezen. Hierna maak je opdracht 16 t/m 22 op blz. 12 en 13

Ben je klaar?

Dan kijk je het werk na en verbeter je waar nodig. 

Hierna maak je de plusopdrachten 6 t/m 11 op blz. 32

 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Lesdoelen: 

- weet je waardoor mensen verschillende behoeften hebben?

- ken je het verschil tussen sociale en commerciële beïnvloeding?

8. Huiswerk en toetsen

Huiswerk: 

Woensdag 21 september

1.2 opdracht 16 t/m 22

Toetsen: 

Geen