3.3 - Monohybride kruisingen

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon niet zichtbaar
Boek+schrift op tafel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon niet zichtbaar
Boek+schrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Woensdag - 3.3 bespreken + opdrachten
Donderdag - 3.3 herhalen, 3.4 bespreken + opdrachten
Vrijdag - Opdrachten afmaken

Slide 2 - Tekstslide

Thema 3 - Genetica



LessonUp klas: rplzz
Online boek: 532446

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Thema 3 - Genetica
3.1 - Fenotype en genotype
3.2 - Genenparen
3.3 - Monohybride kruisingen
3.4 - Geslachtschromosomen
3.5 - Speciale manieren van overerven
3.6 - Opvoeding of aanleg

Slide 5 - Tekstslide

3.3 - Monohybride kruisingen

Bladzijde 184
BiNaS: 

Slide 6 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
Je kunt een kruisingsschema opstellen van een monohybride kruising
Je kunt de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden uit een kruisingsschema of stamboom van een monohybride kruising

Slide 7 - Tekstslide

Monohybride kruisingen
Ouders P (Parentes)
Nakomelingen F1 (Filii; 1e generatie)

Onderlinge voortplanting uit de F1 levert de F2, enz.

Slide 8 - Tekstslide

Kruisingsvraagstukken
Oplossen in stappen

Slide 9 - Tekstslide

Kruisingsvraagstukken
Stap 1: Wat zijn de genotypen van de ouders? Geef deze in een kruising weer

Slide 10 - Tekstslide

Kruisingsvraagstukken
Stap 1: Wat zijn de genotypen van de ouders? Geef deze in een kruising weer
Homozygoot zwartharig (BB) en homozygoot bruinharig (bb) => BB x bb

Slide 11 - Tekstslide

Kruisingsvraagstukken
Stap 2: Welke allelen kunnen de geslachtscellen van beide ouders bevatten?

Slide 12 - Tekstslide

Kruisingsvraagstukken
Stap 2: Welke allelen kunnen de geslachtscellen van beide ouders bevatten?
Reu: alleen b
Teef: alleen B

Slide 13 - Tekstslide

Kruisingsvraagstukken
Stap 3: Welke mogelijke combinaties zijn er te maken van eicel en zaadcel?

Slide 14 - Tekstslide

Kruisingsvraagstukken
Stap 3: Welke mogelijke combinaties zijn er te maken van eicel en zaadcel?
Alleen Bb -> alle nakomelingen hebben genotype Bb en fenotype zwart

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Verhouding genotypen
P: AA x AA -> F1: 100% AA
P: aa x aa -> F1: 100% aa
P: AA x aa -> F1: 100% Aa


Slide 17 - Tekstslide

Verhouding genotypen
P: AA x Aa -> F1: 50% AA, 50% Aa | AA:Aa = 1:1
P: Aa x aa -> F1: 50% Aa, 50% aa | Aa:aa = 1:1
P: Aa x Aa -> F1: 25% AA, 50% Aa, 25% aa | AA:Aa:aa = 1:2:1

Slide 18 - Tekstslide

Verhouding fenotypen
Stel: A is bruine oogkleur, a is blauwe oogkleur

P: AA x Aa -> F1: 50% AA, 50% Aa
P: Aa x aa -> F1: 50% Aa, 50% aa | Bruin:blauw = 1:1
P: Aa x Aa -> F1: 25% AA, 50% Aa, 25% aa | Bruin:blauw = 3:1

Slide 19 - Tekstslide

Testkruising
Als genotype ouder niet bekend is

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Stambomen
Weergeven: Generatie, geslacht, relatie en fenotype
Hieruit is vaak het genotype af te leiden

Slide 22 - Tekstslide

Vragen?

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk
Maken:
27 t/m 39
Lezen:
3.4


Begrippen:
Monohybride kruising
Kruisingsvraagstuk
Stamboom


Leerdoelen
Je kan van een monohybride kruising een kruisingsschema opstellen
Je kunt de frequentie van genotype en fenotype van nakomelingen bij een monohybride kruising afleiden uit een kruisingsschema of stamboom

Slide 24 - Tekstslide

Aan het werk
3.3 - Opdracht 27 t/m

Slide 25 - Tekstslide