5.6- Begrijpend lezen 3F

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen tekstbegrip
onderdeel tekstverbanden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een goede Nederlandse zin met het woord 'aangezien.'

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander (signaal)woord voor 'aangezien'?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'aangezien' aan?
timer
1:00
A
tegenstelling
B
argument
C
toelichting
D
oorzaak - gevolg

Slide 6 - Quizvraag

Een toelichting is een uitleg van dat wat je probeert te zeggen. Dit doe je met voorbeelden. 
Met een argument onderbouw je een zienswijze of eigen mening.
Wat is een ander woord voor 'immers.'

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'immers' aan?
timer
1:00
A
tegenstelling
B
argument
C
toelichting
D
oorzaak - gevolg

Slide 8 - Quizvraag

Immers geeft een logisch verband aan met iets dat eerder al is gezegd. Je gebruikt het dus als je de reden van iets geeft: "Het commentaar van de coach is terecht. Je bent immers te laat" òf "Nee, loop maar binnen. Ik heb immers beloofd om je te helpen."
Wat is een ander woord voor verwijten?
timer
1:00
A
beschuldigen
B
verantwoordelijk stellen
C
helpen
D
herroepen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen tekstbegrip
onderdeel woordenschat
(tekstdoelen)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit: wat is een column?

Slide 11 - Open vraag

Een column is een kort stukje tekst waarin de auteur of de spreker (= de columnist) op een uitdagende manier zijn mening ventileert. 
Vaak wordt een column in een krant of tijdschrift gepubliceerd, maar ook een gesproken column op radio of televisie, of publicatie op internet komen voor.
Synoniem: wat is een ander woord voor overtuigen?
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Overtuigen of betogen is als je mening of standpunt verkondigt. 
vragen begrijpend lezen
algemeen tekstbegrip

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de volgende zin: "Door de aanhoudende crisis gaan wij onze zaak sluiten. Dit is een emotioneel maar rationeel besluit."
A
Het is alleen een emotionele beslissing
B
Het is alleen een rationele beslissing
C
Het is zowel een emotionele als rationele beslissing

Slide 14 - Quizvraag

korte uitleg op volgende pagina
Tussen de regels door lezen:
wat staat er eigenlijk?

"Door de aanhoudende crisis gaan wij onze zaak sluiten. Dit is een emotioneel maar (tevens / ook) rationeel besluit."

Slide 15 - Tekstslide

hier staat dat de beslissing zowel emotioneel is als rationeel.
vragen begrijpend lezen
onderdeel lokaal tekstbegrip

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 22
  • Lees de tekst goed door: begin met de onderstreepte zin. 
  • Lees daarna de zin ervoor.
  • Lees daarna de alinea's erboven: over welk dilemma gaat dit?
Naar welk dilemma wordt verwezen? (schrijf op)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Naar welk dilemma wordt verwezen?

Slide 19 - Woordweb

Het draaiboek hoe om te gaan als er een tekort is aan IC-bedden.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling is of zijn waar?
A
beide stellingen
B
alleen stelling 1
C
alleen stelling 2
D
geen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vindt de schrijfster het verstandig om ook natuurkundigen in hun eigen vakgebied meer beslissingsmacht te geven?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Dit is een ironisch voorbeeld om haar standpunt te verduidelijken: ze maakt een vergelijking om de lezer te overtuigen, dat er sprake is van een misverstand tussen enerzijds kennis en anderzijds beslissingsmacht.

ironie: als je als grapje het tegendeel zegt van wat je meent

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel olympische medailles heeft Heemskerk tot nu toe gewonnen? (schrijf in een getal)

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vragen
VRAGEN? 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is de laatste les van deze periode. De volgende periode werken we nog steeds online. Daarom vooruitkijkend:
hoe vind je de lesopzet en lesbespreking van vandaag?
erg goed
goed
neutraal
niet zo goed
waardeloos

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

vragen
VRAGEN? 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu: oefenen voor je Cito:
  1. oefenen met Examensprint 3F
  2. herhalen hoofdstukken begrijpend lezen
  3. probeer je leesplezier te vergroten met vrij lezen
  • Volgende periode: voorbereiding op schrijfexamen 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies