VOORSTELLING EN VORMGEVING
Voorstelling:
Wat is er allemaal te zien; welk verhaal zit er in het kunstwerk? Omschrijf dit heel precies (gebruik bijvoeglijk naamwoorden) een kale boom, een vrolijke gezichtsuitdrukking, een jurk met stippenpatroon en lange mouwen. Kijk ook naar de SOORT voorstelling (portret, landschap of beeldhouwwerk).
Vormgeving:
Alle begrippen die je hebt geleerd uit het boek Beeldende Begrippen. Probeer ze op te delen in de categorieën Licht, Ruimte, Ordening, Vorm, Lijn en Kleur. Dit maakt het makkelijker om ze teug te halen voor jezelf. Een ander woord voor deze begrippen zijn beeldende aspecten.
Voorbeeld: ruimte; de toepassing van atmosferisch perspectief zorgt voor een suggestie van ruimte.