Hoofdstuk 3 - les 4

Welkom bij Nederlands
  • Betrouwbaarheid bronnen
  • Werken aan weektaak 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
  • Betrouwbaarheid bronnen
  • Werken aan weektaak 

Slide 1 - Tekstslide

Bronnen op internet

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hoe weet je of bronnen betrouwbaar zijn?
  • geschreven door een deskundige
  • geschreven door iemand die neutraal is
  • de informatie is actueel 

Slide 4 - Tekstslide

Welke informatie is volgens jou het meest betrouwbaar?
A
Een artikel op Facebook van je buurvrouw
B
Een artikel in een tijdschrift.
C
Een verhaal op Wikipedia.

Slide 5 - Quizvraag

Dekundigheid van de auteur

Slide 6 - Tekstslide

Datum van publicatie (actueel?)
  • Hoe ouder, hoe onbetrouwbaarder....

Waarom is dat zo?

Slide 7 - Tekstslide

Neutrale schrijver (objectief)
  • Feiten en meningen
Voor- en nadelen
Wie is de schrijver? 
Heeft hij al een voorkeur?

Slide 8 - Tekstslide

  • Feiten: controleerbaar
  • Meningen: iets wat iemand vindt


  • Een betrouwbaar artikel is
       gebaseerd op feiten

Slide 9 - Tekstslide

Zelf bronnen gebruiken
  • Let goed op of jouw bron zelf ook (goede) bronnen gebruikt.
  • Check altijd meerdere bronnen.

Des te meer goede bronnen dezelfde informatie geven, hoe betrouwbaarder de informatie is!

Slide 10 - Tekstslide

Meningen...
Wanneer zijn meningen wel betrouwbaar?

Denk aan het voorbeeld:

Mevrouw Mellink zegt dat zij een bepaalde tandpasta niet goed vindt.

De tandarts zegt dat hij een bepaalde tandpasta niet goed vindt. 

Slide 11 - Tekstslide

Verkoper van vitaminepillen die zegt: 'Het beste is om drie vitamine-C-pillen per dag in te nemen. Dat werkt goed tegen ziektes.'
A
Wel betrouwbaar, niet deskundig
B
Niet betrouwbaar, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 12 - Quizvraag

Docent wiskunde: 'De rekenmachines van het merk Casio werken het fijnst.'
A
Wel betrouwbaar, niet deskundig
B
Niet betrouwbaar, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 13 - Quizvraag

Dokter: 'Je moet minimaal twee keer in de week sporten, daardoor word je fit.'
A
Wel betrouwbaar, niet deskundig
B
Niet betrouwbaar, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 14 - Quizvraag

Eigenaar van de sportschool: 'Je moet minimaal twee keer in de week sporten en onze sportdrankjes drinken, daardoor word je fit.'
A
Wel betrouwbaar, niet deskundig
B
Niet betrouwbaar, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 15 - Quizvraag

Weektaak
Wat? H3 opdracht 14, 15 en 16
Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 15 minuten
Klaar? Lezen in je boek

Werk in stilte!
timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide