M4: fictie 5.3

Fictie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fictie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lezen
Terugblik
Nakijken opdrachten 5.2
Uitleg 5.3  Begrippen
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
-Hoofdpersoon
- Je smaakt verandert (leeftijd, levenservaring, leeservaring, interesse)

Slide 4 - Tekstslide

Bedoeling van fictie:
- Lezer mee laten leven met personages
- Lezer laten nadenken over zichzelf, de wereld of andere mensen
- Lezer laten nadenken over het onderwerp
- Lezer laten genieten van manier van schrijven
- Lezer afleiding geven en ontspanning bieden

Slide 5 - Tekstslide

Controle 6, 7a, 8, 9, 10 en nakijken
7a = Dat het me spijt <> En dat ik het een volgende keer weer zou doen.
8a Pesten
b Oog om oog, tand om tand is een uitdrukking. Deze uitdrukking betekent: wraak nemen voor onrecht dat je is aangedaan, door de dader precies hetzelfde aan te doen.
c De lezer laten nadenken over zichzelf of over de wereld en de mensen om hem heen, of: De lezer laten nadenken over het onderwerp van het boek.

10a Coco neemt deel aan veel activiteiten. Ze leert veel nieuwe mensen kennen. Ze heeft veel interesses.
d Sexting

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg 5.3 Begrippen
Genre = verzameling verhalen die tot zelfde soort horen

Welke genres ken je allemaal nog?

Slide 7 - Tekstslide

Tijd
Een schrijver kan zijn verhaal met de gebeurtenissen mee vertellen. Dan vertelt hij zijn verhaal chronologisch.

Vaak begint hij midden in het verhaal en pas later vertelt hij wat er daarvoor gebeurd is, de voorgeschiedenis.

Soms begint hij bijna bij de afloop en vertelt hij in de rest van het boek wat er daarvoor gebeurd is. Dan wordt het verhaal niet-chronologisch verteld.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een open en gesloten einde?

Slide 9 - Open vraag

Einde
Een verhaal kan op twee manieren eindigen:

• in een gesloten einde is het verhaalprobleem opgelost;
• bij een open einde zijn sommige zaken nog niet opgelost. Als lezer moet je zelf invullen hoe het verhaal verder zal gaan en wat er met de personages gaat gebeuren.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag! In stilte
In je werkboek:

5.3
2, 5, 6, 8
 

Slide 11 - Tekstslide