12/10 1D

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Program for today
BBC Newsround
Grammar
Quizlet.live

Slide 3 - Tekstslide

BBC Newsround
Answer the questions after the newsround! 

Slide 4 - Tekstslide

1. When is king Charles coronation?

Slide 5 - Open vraag

2. What makes Charlie's football team unique?

Slide 6 - Open vraag

3. Which countries are mentioned in the segment "Your Planet"?

Slide 7 - Open vraag

Grammar Recap: Present Simple
Wanneer gebruik je de present simple?

We gebruiken de present simple als we het hebben over:
- feiten,
- gewoonten,
- en dingen die we met regelmaat doen.

- This book has a red color. (feit)
- Bart always bites his nails. (gewoonten)
- These kids often play with each other. (regelmatigheid)

Vaak staan er in een zin signaalwoorden. Dat zijn woorden die het signaal afgeven dat de zin in de present simple, oftewel in de tegenwoordige tijd staat, bijvoorbeeld: always, never, frequently, often, sometimes, seldom, on Saturdays, in the weekend, during the week.
 




Slide 8 - Tekstslide

Present Simple
1. I _____ (love) dance music.

Slide 9 - Open vraag

2. Mik ______ (play) guitar in a band.

Slide 10 - Open vraag

3. He _____ (not - sing) very well.

Slide 11 - Open vraag

4. Anna never _____ (talk) about her favourite music.

Slide 12 - Open vraag

5.Zoë always _____(watch) Strictly Come Dancing on TV.

Slide 13 - Open vraag

Comparing people and things
Gebruik je een kort woord om mensen of dingen te vergelijken? Dan gebruik je -er than en the + -est.


great:
Adele is the greatest singer ever.
She is greater than Prince.

cool:
Arcade is the coolest song I have ever heard.
It is cooler than Ariana Grande's song '7 Rings'.

Slide 14 - Tekstslide

Comparing people and things
Bij lange woorden gebruik je more (than) en the most.


popular:
Martin Garrix is the most popular DJ in the world. He is **more popular than DJ Tiësto.

beautiful:
 Beyoncé is the most beautiful woman I know.
She is more beautiful than Adele and Cardi B.

Er zijn ook een paar woorden die afwijken in de vergrotende en overtreffende trap:
goed: good - better than - the best
slecht: bad - worse than - the worst


Slide 15 - Tekstslide

1. Why are some voices (attractive) others?

Slide 16 - Open vraag

2. Respect is ________ (important) earning a lot of money.

Slide 17 - Open vraag

3. January is ____(bad) month for music festivals. It is too cold.

Slide 18 - Open vraag

4. This class is _______(amazing) lesson ever.

Slide 19 - Open vraag

5. July is ____(happy) time of the year for music fans.

Slide 20 - Open vraag

Word order 

Slide 21 - Tekstslide

sit/ they/ on the beach

Slide 22 - Open vraag

we / often / in forest/ walk

Slide 23 - Open vraag

are / the boys/ hockey / playing

Slide 24 - Open vraag

after / Frank and Robert/ meet / school

Slide 25 - Open vraag

from/ she/ is/ Scotland

Slide 26 - Open vraag

Plurals
De meeste woorden in het meervoud schrijf je met een -s achter het woord.
Die -s schrijf je altijd aan het woord vast:
one song – two songs
one video – two videos

Bij woorden eindigend op -s en -y verandert er ook iets in de spelling:
one bus - two buses
one melody - two melodies

Sommige woorden zijn in het meervoud heel anders. Die moet je uit je hoofd leren:

one woman - two women
one man - two men
one child - two children



Slide 27 - Tekstslide

1 Please use your____(dictionary) if you
don't know the meaning of a word.

Slide 28 - Open vraag

2 Don't forget to bring your _____ (camera).

Slide 29 - Open vraag

3 We have more than 40 British_____(artist).

Slide 30 - Open vraag

4. We all have different music____ (taste).

Slide 31 - Open vraag

5. Are _____(child) allowed to come to the festival, too?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide