Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Oefenquiz Grammatica Hoofdletters, leestekens en tekens in woorden
In welke zin staan de hoofdletters en leestekens goed?
timer
0:30
A
Ik geef mijn moeder een bos bloemen op Moederdag.
B
Ik geef mijn moeder een bos bloemen op moederdag.
C
Ik geef mijn moeder: een bos bloemen op Moederdag.
D
Ik geef mijn moeder een bos bloemen op Moederdag!
1 / 26
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
In welke zin staan de hoofdletters en leestekens goed?
timer
0:30
A
Ik geef mijn moeder een bos bloemen op Moederdag.
B
Ik geef mijn moeder een bos bloemen op moederdag.
C
Ik geef mijn moeder: een bos bloemen op Moederdag.
D
Ik geef mijn moeder een bos bloemen op Moederdag!
Slide 1 - Quizvraag
In welke zin staan de hoofdletters en leestekens goed?
timer
0:30
A
Dat zij ook meegaat is juist leuk.
B
Dat zij ook meegaat, is juist leuk.
C
Dat, zij ook meegaat is juist leuk.
D
Dat zij ook meegaat is, juist leuk.
Slide 2 - Quizvraag
Welke zin heeft de juiste leestekens?
timer
0:30
A
Hij zei: Ik stel voor direct te beginnen.
B
Hij zei: "Ik stel voor direct te beginnen".
C
Hij zei: "Ik stel voor direct te beginnen."
D
Hij zei: "Ik stel voor direct te beginnen?"
Slide 3 - Quizvraag
In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?
timer
0:30
A
Woon jij in Den helder of in Schagen?
B
Woon jij in Den Helder of in Schagen.
C
Woon jij in Den Helder of in Schagen?
D
Woon jij in Den helder of in Schagen.
Slide 4 - Quizvraag
Kies de zin waar de leestekens goed gebruikt zijn.
timer
0:30
A
Marilou riep pas op voor die wesp op je hand!
B
Marilou riep: "Pas op voor die wesp op je hand?"
C
Marilou riep: "Pas op voor die wesp op je hand!"
Slide 5 - Quizvraag
In welke zin zijn de hoofdletters en leestekens juist geplaatst?
timer
0:30
A
'S avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst netflix.
B
'S avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst Netflix.
C
's Avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst netflix.
D
's Avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst Netflix.
Slide 6 - Quizvraag
Welke zin heeft de juiste leestekens?
timer
0:30
A
Stop je rijdt mij bijna omver!
B
Stop, je rijdt mij bijna omver.
C
Stop, je rijdt mij bijna omver!
D
Stop je rijdt mij bijna omver.
Slide 7 - Quizvraag
Plaats de leestekens in de zin:
waar ga je heen vroeg maarten
timer
0:30
A
"Waar ga je heen" vroeg Maarten.
B
Waar ga je heen? ,vroeg Maarten.
C
"Waar ga je heen?", vroeg Maarten.
D
"Waar ga je heen?" vroeg Maarten.
Slide 8 - Quizvraag
Plaats de leestekens in de zin:
s ochtends kijkt nadia altijd naar rtl
timer
0:30
A
'S ochtends kijkt Nadia altijd naar RTL.
B
's Ochtends kijkt Nadia altijd naar RTL.
C
S' ochtends kijkt Nadia altijd naar RTL.
D
s' Ochtends kijkt Nadia altijd naar RTL.
Slide 9 - Quizvraag
In welke zin staan de leestekens en hoofdletters correct?
timer
0:30
A
Jantje vroeg: 'Ga je mee?'
B
Jantje vroeg: 'Ga je mee'?
C
jantje vroeg: 'ga je mee'
D
Jantje vroeg: 'ga Je mee?'
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin heeft de juiste leestekens?
timer
0:30
A
Die 'slimme' leerling had geen 1,0, maar een 3,5.
B
Die "slimme" leerling had geen 1,0 maar een 3,5.
C
Die slimme leerling had geen 1,0 maar een 3,5.
D
Die 'slimme' leerling had geen 1,0 maar een 3,5.
Slide 11 - Quizvraag
In welke zin staan de leestekens en hoofdletters correct?
timer
0:30
A
volgens de trainer de Heer Hiemstra komt het goed.
B
volgens de trainer, de Heer hiemstra, komt het goed.
C
Volgens de trainer de Heer Hiemstra, komt het goed.
D
Volgens de trainer, de heer Hiemstra, komt het goed.
Slide 12 - Quizvraag
In welke zin zijn de leestekens goed gebruikt?
timer
0:30
A
Alles lag klaar, de hark de schep de schoffel en de gieter.
B
Alles lag klaar, de hark de schep de schoffel, en de gieter.
C
Alles lag klaar: de hark, de schep, de schoffel en de gieter.
D
Alles lag klaar: de hark, de schep, de schoffel, en de gieter.
Slide 13 - Quizvraag
Welke leestekens gebruik je bij een citaat?
timer
0:20
A
Uitroeptekens en dubbele punt
B
Dubbele punt en aanhalingstekens
Slide 14 - Quizvraag
Welke zin heeft de juiste leestekens?
timer
0:30
A
Wij gaan vanavond uit eten, dat doen wij elke vrijdag.
B
Wij gaan vanavond uit eten; dat doen wij elke vrijdag.
C
Wij gaan vanavond uit eten. Dat doen wij elke vrijdag.
Slide 15 - Quizvraag
In welke zin zijn de leestekens goed gebruikt?
timer
0:30
A
Toen het regende zette hij de stoelen binnen en deed hij de deur dicht.
B
Toen het regende zette hij de stoelen binnen, en deed hij de deur dicht.
C
Toen het regende, zette hij de stoelen binnen en deed hij de deur dicht.
D
Toen het regende, zette hij de stoelen binnen, en deed hij de deur dicht.
Slide 16 - Quizvraag
Waar staat het accentteken of trema op de juiste plaats?
timer
0:30
A
geergerd
B
geërgerd
C
geergërd
Slide 17 - Quizvraag
Op museum en opticien staat geen trema.
timer
0:30
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Waar hoort een trema?
tweeenzestig
timer
0:30
A
tweeënzestig
B
tweëenzestig
C
twëeenzestig
Slide 19 - Quizvraag
Moet er ergens een trema op het woord:
tatoeage
timer
0:30
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
Moet er ergens een trema op het woord:
financien
timer
0:30
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quizvraag
Welke trema mist het woord vacuum?
timer
0:30
A
vacüum
B
vacüüm
C
vacuüm
D
vàcuum
Slide 22 - Quizvraag
Welke trema mist het woord smeuig?
timer
0:30
A
smeuïg
B
smeuïig
C
sméuig
D
smeüïg
Slide 23 - Quizvraag
Welke trema mist het woord egoisme?
timer
0:30
A
egoïsme
B
ëgoïsme
C
égoisme
D
egöisme
Slide 24 - Quizvraag
drieendertig
Wat ontbreekt er?
timer
0:30
A
trema
B
apostrof
C
liggend streepje
D
niets
Slide 25 - Quizvraag
geantwoord
Wat ontbreekt er?
timer
0:30
A
trema
B
apostrof
C
liggend streepje
D
niets
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Oefentoets - hoofdletters + alle leestekens
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Oefenquiz Grammatica Hoofdletters, leestekens en tekens in woorden
9 dagen geleden
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling hoofdletters en leestekens
Juni 2019
- Les met
33 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 4
September 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
M2, herhaling Engelse werkwoorden en
April 2020
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Herhaling h3 + h4 spelling (hoofdletters, leestekens, GEEN werkwoorden)
Maart 2021
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Oefenen spelling
Oktober 2024
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Leestekens: trema en apostrof
Oktober 2023
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3