Nutteloze feiten-kennis-quiz
1 / 21
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. Ratten kunnen niet tegen
A
kaas
B
gluten
C
lactose
D
noten
Slide 2 - Quizvraag
2. Vrouwen snurken luider dan mannen.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 3 - Quizvraag
3. Hoe heet een lolly in het Afrikaans?
A
stokkielekker
B
ertappel
C
bessie
D
lekkielop
Slide 4 - Quizvraag
4. Op de noordpool wijst een kompas naar het zuiden.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 5 - Quizvraag
5. Op het toetsenbord van een laptop zitten 400x meer bacterien dan op een
A
vuilnisbak
B
mobiele telefoon
C
oven
D
toiletbril
Slide 6 - Quizvraag
6. Een olifant verleert een geleerd kunstje pas na ongeveer 10 jaar.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 7 - Quizvraag
7. Hoeveel bracht een haarlok van Napoleon bij een veiling in 1996 op?
A
1000 euro
B
5000 euro
C
10.000 euro
D
20.000 euro
Slide 8 - Quizvraag
8. Wat helpt tegen een slechte adem?
A
kruidnagel
B
paprikapoeder
C
tijm
D
peper
Slide 9 - Quizvraag
9. Welke lucht weegt meer?
A
vochtige
B
droge
Slide 10 - Quizvraag
10. Hoe vaak liegt een mens gemiddeld per dag?
A
3x
B
6x
C
9x
D
12x
Slide 11 - Quizvraag
11. De ogen van een libelle verwerken 250x keer meer beelden per seconde dan die van een mens.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 12 - Quizvraag
12. Een dode kwal blijft
A
zwemmen
B
leven
C
ademen
D
steken
Slide 13 - Quizvraag
13. Wat lusten kakkerlakken niet?
A
broodkruimels
B
worst
C
komkommer
D
kaas
Slide 14 - Quizvraag
14. Cornelis Lely is de enige Nederlandse politicus naar wie een stad vernoemd is.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 15 - Quizvraag
15. Hoe lang doet een spin gemiddeld over zijn web?
A
10 minuten
B
30 minuten
C
60 minuten
D
90 minuten
Slide 16 - Quizvraag
16. De langste volwassen man was 5x zo lang als de kleinste.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 17 - Quizvraag
17. Hoeveel procent van de Nederlanders had in 1960 een kunstgebit?
A
10%
B
20%
C
40%
D
60%
Slide 18 - Quizvraag
18. Het woord 'Lego' komt van het Deense 'leg godt', wat 'speel goed' betekent.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
19. De komende 5 miljard jaar krimpt de zon, daarna gaat hij uitzetten.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 20 - Quizvraag
20. Hoeveel keer zo groot zijn de hersenen van een kraai ten opzichte van die van een duif?
A
3x
B
5x
C
7x
D
9x
