Economie H4 paragraaf 1 en 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

Economie H4.1 en H4.2

- Huiswerk bespreken 4.1 opdracht 6 t/m 11

- uitleg 4.2

- huiswerk 4.2 en rekentrainers 

paragraaf 4.2 een eigen huis

Leerdoelen

- wie zijn betrokken bij de koop van een huis

- wat voor kosten betaal je voor aankoop van een huis

- welke akten worden er gemaakt

Huis kopen

Voordelen	Nadelen
Je bouwt vermogen op	Prijs kan dalen --> restschuld bij verkoop
Hypotheekrente is aftrekpost	Huis kan onverkoopbaar worden (gaswinning)
Mag wijzigingen aanbrengen

Stappenplan huis kopen

Een huis kopen

Taxatierapport

Rapport waarin de waarde van de woning is berekend.

Voorlopig 

koopcontract

Als koper en verkoper het eens zijn ondertekenen ze beiden een voorlopig koopcontract. Er staan vaak ontbindende voorwaarden in, dat zijn redenen om zonder kosten van de koop af te kunnen zien.

Ontbindende voorwaarden

Ontbindende voorwaarden zijn geldige redenen om de koopovereenkomst te ontbinden

- Termijn van 4 tot 6 weken (tegenwoordig ook wel 6-8 weken) 

- Voorbeelden ontbindende voorwaarden

   - Financieringsclausule

   - Verkrijgen van een bouwvergunning

   - Keuring uitvoeren 

   - Restschuld financieren 

   - Geen NHG
  Artikel 16  

  

Beroep ontvindende oorwaarden
 - Schriftelijk 

- Bewijzen -> 2 bewijzen 

k.k. of v.o.n.

• Vrij op naam 
• Kosten koper  --> De koper moet de bijkomende kosten van de verkoop betalen. 
• Notaris- en makelaarskosten, 2% overdrachtsbelasting 
• Nieuwbouwwoning geen overdrachtsbelasting, wel 21% btw

Opdracht 1 en 2 blz. 118

Bijkomende kosten

Formules

• Deel van geheel:   
  
  
• Van deel naar geheel: 
  
  
• Procentuele veranderingen: 
  
  

Bijkomende kosten

Opdracht 3a:

Hoeveel bedragen de bijkomende kosten in procenten van de aankoopprijs?

Rond af op 1 decimaal. 

3b: Welk bedrag wordt betaald aan de overheid?

3c: Hoeveel geld komt Annelies te kort?

De prijs wordt € 365.000 - € 25.000 = € 340.000.

 Overdrachtsbelasting: 2 ÷ 100 × € 340.000 = € 6.800.

 Totaal: € 340.000 + € 6.800 + € 450 = € 347.250.

Hoeveel procent is de overdrachtsbelasting ?

Huiswerk

4.2 opdracht 5, 6, 7, 8, 10, 11

rekentrainer 1 en 2 blz. 141