Een bijvoeglijke bepaling geeft vervolgens extra informatie over deze kern.
Lidwoorden, bezittelijke voornaamwoorden (mijn, haar) en telwoorden horen hier in principe niet bij, tenzij ze achter de kern staan.
Gisterochtend | stond | de groene kast van oma | op een andere plek.
De zwarte woorden hebben alleen de functie de zin grammaticaal te krijgen.