DELE Preposiciones y consejos para escribir frases

¡Bienvenidos a tu clase de español!
18
23 de enero de 2023
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a tu clase de español!
18
23 de enero de 2023

Slide 1 - Tekstslide

Programa de hoy
PREPOSICIONES (voorzetsels)

CONSEJOS (para escribir frases)

Slide 2 - Tekstslide

Los objetivos de esta clase
1. Jullie leren een aantal belangrijke voorzetsels en je leert ze te gebruiken

2. Jullie krijgen tips om zinnen te kunnen vormen in het Spaans 



De doelen voor deze les

Slide 3 - Tekstslide

Voorzetsels in het Spaans

Slide 4 - Tekstslide

EN - A - DE

Slide 5 - Tekstslide

DE
EN
A
CON
POR
PARA
MET
IN / MET DE
UIT/ VAN / MET
VOOR IETS OF IEMAND
NAAR
DOOR, PER, OVER; BIJ DAGDELEN/ OORZAKEN/ VERVANGING

Slide 6 - Sleepvraag

Welk voorzetsels? A , DE, CON , EN , POR of PARA ?
1. ESTE VERANO VAMOS ____ ESPAÑA.
2. LOS FINES DE SEMANA ESTUDIAMOS ____ LA BIBLIOTECA.
3. VOY____LA PISCINA ____MI HERMANO.
4. ESE COCHE ROJO QUE ESTÁ ALLÍ, ES____ SU MADRE.

Slide 7 - Open vraag

¿Cómo escribir frases en español?
Om Spaanse zinnen op de goede manier te schrijven, hou je rekening met de onderstaande vragen 

  1. Staan alle werkwoorden bij elkaar? (voorbeeld: he comido)
  2. Is per zin 1 werkwoord vervoegd?
  3. Staat de ontkenning vóór het vervoegde werkwoord? (voorbeeld: no quiero bailar)
  4. Staat het belangrijkste werkwoord in de juiste tijd? (dus presente of presente perfecto)
  5. Staat dat werkwoord goed vervoegd bij de juiste persoonsvorm? ; yo soy, ellos hablan, ellos han etc
  6. Staat de tijdsaanduiding* vóór of achteraan de zin?  (gisteren, vanochtend, in 1898, om half drie)
  7. Staat de plaatsbepaling** vóór of achteraan de zin? (hier/daar, in Madrid, bij de kerk, boven, achter)
  8. Zijn de bijvoeglijk-,bezittelijk voornaamwoord en lidwoord aan het zelfstandig naamwoord aangepast? vb. : Un libro rojo; Nuestra casa bonita.
  9. Hebben de vraagwoorden accenten?  é , í, á ó, ú ?;  Denk ook aan de ¿? en de ¡!
Stappen om Spaanse zinnen te schrijven

Slide 8 - Tekstslide

1. Ik ben op vakantie geweest met mijn familie

2. We hebben in veel restaurants gegeten

3. Ik hou heel erg van vlees

4. Mijn zus houdt niet van vis  

5. We hebben weinig musea bezocht

Escribir frases
Tekst

Slide 9 - Tekstslide

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (Zijn er vragen?)

Slide 10 - Tekstslide